Inleiding
Conform artikel 22 van de Financiële verordening op basis van artikel 212 van de Gemeentewet wordt de Raad door middel van de financieringsparagraaf in de jaarrekening op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen en resultaten met betrekking tot de financiering.
Alle in deze financieringsparagraaf opgenomen acties zijn gebeurd in het kader van de doelstelling van de treasuryfunctie: optimale verkrijging, inzet en beheersing van financieringsmiddelen om op de gewenste plaats, op het juiste tijdstip en tegen de beste condities over de gewenste hoeveelheid liquiditeiten te kunnen beschikken. Voor informatie over garanties wordt verwezen naar de paragraaf Weerstandsvermogen & risicobeheersing.
Uitgangspunten
Gehanteerde percentages |
Geldmarktrente |
Kapitaalmarktrente |
---|---|---|
Begroting |
3,00% |
3,50% |
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is bepalend voor de maximale omvang waarvoor de gemeente kortlopende schuld (korter dan 1 jaar) mag aangaan. Deze limiet wordt conform de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) berekend naar een vast percentage (8,5%) van de totale uitgaven van de begroting per 1 januari van het betreffende jaar.
Uit onderstaande tabel, die inzicht geeft in de benutting van de kasgeldlimiet, blijkt dat de gemeente in 2024 het hele jaar ruimschoots binnen de kasgeldlimiet gebleven is.
In de tabel is te zien dat in elk kwartaal van het jaar 2024 de netto vlottende schuld(+)/vlottende middelen(-) als een negatief bedrag is opgenomen. Dit komt doordat er in 2024 meer vlottende middelen waren dan dat er vlottende schuld was opgenomen.
bedragen X € 1.000
Kasgeldlimiet |
|
1e kwartaal |
2de kwartaal |
3de kwartaal |
4e kwartaal |
---|---|---|---|---|---|
Omvang uitgaven begroting per 1 januari 2024 |
422.135 |
|
|
|
|
Netto vlottende schuld (+) vlottende middelen (-) |
|
-14.119 |
-24.017 |
-33.355 |
-38.785 |
Kasgeldlimiet |
|
35.881 |
35.881 |
35.881 |
35.881 |
Ruimte onder limiet |
|
50.000 |
59.898 |
69.236 |
74.666 |
Limieten financieringsmiddelen
Bij de begroting 2024 is de limiet voor de kortlopende financieringsmiddelen 2024 bepaald op € 30 mln. euro en de limiet voor de langlopende financieringsmiddelen 2024 bepaald op € 75 mln. euro.
In 2024 is het niet nodig gebleken om een financiering aan te trekken.
Renterisiconorm
Op basis van de wet FIDO is een limiet gesteld aan de blootstelling van renterisico’s door middel van het instellen van een “renterisiconorm”. Doel is om tot een gelijkmatig opgebouwde leningenportefeuille te komen zodat de renterisico’s bij herfinanciering gespreid worden.
De renterisiconorm geeft het maximum aan renterisico per jaar aan en is een bedrag ter grootte van 20% van de omvang van de uitgaven van de begroting per 1 januari van het begrotingsjaar. Onderstaande tabel geeft conform de Uitvoeringsregeling Financiering Decentrale Overheden (UFDO) inzicht in de renterisiconorm over de komende vier jaren gebaseerd op de omvang van de uitgaven van de begroting per 1 januari van het lopende begrotingsjaar. De gemeente voldoet aan de wettelijke renterisiconorm van 20%.
bedragen x € 1000
Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
---|---|---|---|---|
(1) Omvang uitgaven begroting per 1 januari 2025 |
460.100 |
460.100 |
460.100 |
460.100 |
(2) Bij ministeriële regeling vastgelegd percentage |
20% |
20% |
20% |
20% |
(3) Renterisiconorm op basis begroting (1*2) |
92.020 |
92.020 |
92.020 |
92.020 |
(4) Renterisico op vaste schuld (=aflossing en renteherziening) |
17.384 |
17.596 |
18.008 |
18.021 |
Ruimte (4-4) |
74.636 |
74.424 |
74.012 |
73.999 |
Renterisico in percentage begroting (4/1)*100% |
3,78% |
3,82% |
3,91% |
3,92% |
Renteberekening
Artikel 13 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat de gemeente moet werken met een renteomslag en inzicht moet geven in:
- de rentelasten uit externe financiering
- het renteresultaat
- de wijze van rentetoerekening
Met onderstaand door de commissie BBV geadviseerd renteschema wordt invulling gegeven aan dit inzicht.
bedragen x € 1.000
|
Schema rentetoerekening |
|
|
---|---|---|---|
a. |
De externe rentelasten over de korte en lange financiering |
|
7.828 |
b. |
De externe rentebaten over de korte en lange financiering |
-/- |
3.337 |
|
Saldo rentelasten en rentebaten |
|
4.491 |
c.1 |
De rente die aan de facilitaire grondexploitaties moet worden doorberekend |
-/- |
0 |
c.2 |
De rentelasten van projectfinanciering en doorverstrekte leningen die aan het betreffende taakveld moeten worden toegerekend |
-/- |
524 |
c.3 |
De rentebaten van projectfinanciering en doorverstrekte leningen waarvoor een specifieke lening is aangetrokken die aan het desbetreffende taakveld moet worden toegerekend |
|
2.255 |
|
aan taakvelden toe te rekenen externe rente |
|
6.222 |
d.1 |
Rente over eigen vermogen * |
|
0 |
d.2. |
Rente over voorzieningen * |
|
0 |
|
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente |
|
6.222 |
e. |
De aan taakvelden toegerekende rente (gehanteerde renteomslag 1,60%) |
-/- |
6.456 |
f. |
Renteresultaat op het taakveld treasury |
|
-234 |
* De gemeente kiest er voor geen rente over het eigen vermogen en de voorzieningen te berekenen.
De afwijking tussen de werkelijke rentelasten en de toegerekende rentelasten bedraagt - € 234.000.
De afwijking is 3,75% van de werkelijke rentelasten. De gemeente hoeft op basis van deze nacalculatie de toegerekende rente niet te corrigeren omdat de afwijking kleiner is dan 25%.
Liquiditeitsplanning en financieringsbehoefte
Dagelijks:
De dagelijkse liquiditeitsbehoefte is afgedekt omdat het beheer van het saldo in de rekening-courant in handen gegeven is van de bank. Dit is geregeld in de overeenkomst van de bancaire dienstverlening. Aan het saldo in rekening-courant is automatische daggeldverstrekking gekoppeld. Voor deze dienst is in 2024 een toeslag betaald van 15 basispunten (0,15%) op het interbancaire rentepercentage (1-maands EURIBOR) dat tussen de banken onderling gehanteerd wordt.
Korte termijn:
De nadruk ligt op het voortschrijdend actualiseren van de bestaande liquiditeitsplanning met een scope van 5 maanden waarbij alle geldstromen worden meegenomen.
(Middel)lange termijn:
Bij de begroting is een geactualiseerde financieringsbehoefte voor de komende jaren gepresenteerd.
Renteontwikkelingen
De ECB heeft in 2024 de rente vier keer verlaagd. De laatste verlaging in 2024 was op 12 december. De depositorente kwam hiermee op 3% eind 2024. Aan het begin van 2024 stond deze rente nog op 4%. De ECB kijkt naar de inflatie in de eurozone. Als deze voldoende richting het doel van 2% beweegt, kan de rente omlaag. De ECB wil uiteindelijk de rente terugbrengen tot een neutraal renteniveau: een renteniveau waarbij de economie niet afgeremd of gestimuleerd wordt.
We volgen de renteontwikkelingen dagelijks. Voor de geldmarkt dient hiervoor de driemaands Euribor als leidraad en voor de kapitaalmarkt dient de 10 jr. Nederlandse staatslening als benchmark.
Verwacht percentage per jaar ultimo 2024 |
10-jaars staatslening |
3- maands Euribor |
---|---|---|
Ten tijde van samenstelling begroting 2024 |
3,500% |
3,000% |
Werkelijk percentage per jaar ultimo |
2,570% |
2,714% |
In bovenstaande grafiek zijn de benchmarks 2024 opgenomen voor de geldmarkt en de kapitaalmarkt.
Bij de geldmarkt, de 3-maands Euribor, is het effect van de renteverlagingen van de ECB duidelijk waarneembaar. De 3-maands Euribor begon het jaar 2024 met een rentestand van 3,905% en zakte in de loop van het jaar naar een stand van 2,714% ultimo 2024.
De rente van de 10 jaar staatslening lag ultimo 2024 0,24% hoger dan aan het begin van het jaar.
Vanaf maart 2023 hebben we te maken met een inverse rentestructuur: de rente op de kortlopende leningen werd hoger dan de rente op de langlopende leningen. In de grafiek is te zien dat gedurende 2024 het gehele jaar sprake was van deze inverse rentestructuur.
In 2024 heeft de Europese Centrale Bank (ECB) net als in 2023 een belangrijke rol gespeeld in het vormgeven van het monetair beleid van de eurozone, waarbij de focus lag op het handhaven van prijsstabiliteit en het ondersteunen van duurzame economische groei.
De renteontwikkeling van de ECB in 2024 vertoonde een geleidelijke verdere daling van de rentetarieven.
Over het algemeen werd de renteontwikkeling van de ECB in 2024 gezien als een evenwichtsoefening tussen het handhaven van prijsstabiliteit en het ondersteunen van de economische groei.
Het tarief van de lening 25 jaar gelijk 2024 vertoonde nagenoeg een zelfde verloop als de 10 jaar staatslening. De kredietopslag die de banken aan hun klanten in rekening brachten voor dit soort langlopende leningen laat in 2024 een schommeling zien tussen de 0,86% en 0,42%.
Bijgaande grafiek laat dit verschil tussen de 10 jaar staatslening en de lening 25 jaar gelijk zien.
Leningportefeuille
Het schuldrestant van de opgenomen leningen is in 2024 gedaald van € 368,3 mln. per 1 januari naar € 366,2 mln. per 31 december 2024:
- € 288,8 mln. Leningen t.b.v. algemene financieringsbehoefte
- € 71,8 mln. Projectfinanciering
- € 5,6 mln. Doorverstrekte leningen
In 2024 is 15 mln. opgenomen als projectfinanciering voor het project Vidar Huisvesting. Deze lening is de tweede van 4 leningen die in 2022 zijn aangetrokken met een uitgestelde stortingsdatum.
Er is in 2024 1,2 mln. afgelost op de eerder aangetrokken leningen bestemd voor het project Glanerbrook.
Kengetallen opgenomen leningen t.b.v. algemene middelen Gemeente |
---|
Gemiddeld rentepercentage 2,44% |
Gemiddelde restantlooptijd 21,3 jaar |
Opgenomen in 2024 € 0 mln |
Aflossingen € 15,9 mln |
Kengetallen projectfinanciering |
---|
Gemiddeld rentepercentage 0,67% |
Gemiddelde restantlooptijd 47,1 jaar |
Opgenomen in 2024 € 15 mln |
Aflossingen € 1,2 mln |
Kengetallen van doorverstrekte leningen |
---|
Gemiddeld rentepercentage 1,81% |
Gemiddelde restantlooptijd 8,6 jaar |
Opgenomen in 2024 € 0 mln |
Aflossingen € 0,030 mln |
Schatkistbankieren
De gemeente is verplicht alle liquide middelen boven een drempelbedrag van 2% van de begrotingsomvang bij het Ministerie van Financiën aan te houden. Het drempelbedrag is gedefinieerd als een gemiddeld bedrag per kwartaal. Dat betekent dat het gemiddelde van het bedrag aan overtollige middelen dat een decentrale overheid gedurende het kwartaal elke dag buiten de schatkist heeft aangehouden niet boven het drempelbedrag mag liggen. Dit drempelbedrag was voor de gemeente Sittard-Geleen in 2024 € 8.442.700. Alleen positieve saldi tellen mee voor de benutting van het drempelbedrag.
Uit de tabel, die inzicht geeft in de benutting van het drempelbedrag en volgens de voorschriften BBV deel uitmaakt van de toelichting op de balans, blijkt dat de gemeente in 2024 binnen deze drempel is gebleven.
Van de projectfinancieringen voor Glanerbrook werd gedurende 2024 nog een aanzienlijk bedrag bij de schatkist aangehouden, ultimo 2024 was dit € 20 mln.
Van de aangetrokken projectfinanciering in 2024 voor Vidar Huisvesting was het bedrag bij de schatkist ultimo 2024 € 15 mln.
In 2024 ontving de gemeente een rentevergoeding voor het bedrag dat bij het Ministerie van Financiën in de schatkist werd aangehouden. In totaal betrof dit een bedrag van € 2.703.596.
Rentevergoeding schatkistbankieren 2024 |
|
---|---|
Gemeente algemeen |
€ 972.146 |
Glanerbrook |
€ 1.325.704 |
Vidar Huisvesting |
€ 405.746 |
Totaal |
€ 2.703.596 |