Uit de tabel ‘Samenvatting programmaverantwoording' blijkt dat het jaarrekeningresultaat € 13,0 mln. voordelig is. In paragraaf 3.7 hebben wij per programma de verschillen tussen de begroting - na wijziging - en rekening geanalyseerd.
Tabel: jaarrekeningresultaat
Bedragen x € 1.000 |
2024 |
---|---|
Actueel begrotingssaldo 2024 |
2.464 |
Jaarrekeningresultaat 2024 (voor bestemming) |
12.995 |
Verschil jaarrekeningresultaat t.o.v. actuele begroting |
10.531 |
De verwerking van de bijstellingen uit de 3de rapportage 2024 resulteerde in voordelig begrotingssaldo van € 2,5 mln. De realisatie in de jaarrekening leidt tot een voordelig saldo van € 13,0 mln. Het verschil tussen de actuele begroting en de realisatie op basis van de jaarrekening 2024 bedraagt € 10,5 mln. voordelig. Gerelateerd aan het begrotingstotaal betekent dit een afwijking van 2,3%. Onderstaand geven we eerst een analyse op hoofdlijnen, waarna we aan de hand van een tabel de grootste afwijkingen tussen de actuele begroting en de realisatie in de jaarrekening toelichten.
Analyse op hoofdlijnen
In de 3de rapportage 2024 hebben wij het begrotingsbeeld 2024 voor het laatst bijgesteld. Resulterend in een voordelig begrotingssaldo van € 2,5 mln. In de 3de rapportage 2024 hebben we gemeld dat het niet is te voorkomen dat het jaarrekeningresultaat op onderdelen gaat afwijken van de actuele begroting. In het raadsvoorstel over deze rapportage hebben we expliciet melding gemaakt van onderstaande posten en ontwikkelingen die leiden tot een verschil tussen de realisatie en de jaarrekening en het actuele begrotingssaldo. Concreet ging het over de volgende begrotingsposten en ontwikkelingen:
Begrotingsposten
- De vrijval van saldo van de post robuuste begroting ad € 2,0 mln.
- De vrijval van de post onvoorzien ad € 0,1 mln.
- De niet ingezette middelen van de stelpost inflatie ad € 5,7 mln.
Ontwikkelingen
Ontwikkelingen die we nu in beeld hebben, maar waarvan de financiële impact bij de voorbereiding van de 3de rapportage nog niet bekend was:
- verdere inflatieontwikkeling en impact hiervan op de begroting,
- de decembercirculaire 2024,
- openeinde regelingen sociaal domein/ afrekening centrumregelingen,
- actualisatie waarde- en volumeontwikkeling (niet) woningen / belastingen,
- bevindingen accountantscontrole.
In onderstaande tabel zien genoemde posten en ontwikkelingen terug als oorzaken voor het verschil tussen de realisatie in de jaarrekening en het actueel begrotingssaldo. Dit toont aan dat wij via de P&C-cyclus de ontwikkelingen zo goed mogelijk proberen te monitoren.
Tabel: Toelichting op hoofdlijnen verschil jaarrekening – actuele begroting
Onderwerp / afwijking |
bedrag x €1.000 |
V(oordeel) / N(adeel) |
---|---|---|
Loon- en prijs ontwikkeling |
|
|
Niet ingezette middelen stelpost inflatie valt vrij ten gunste van het jaarrekeningresultaat |
6.324 |
V |
Resultaat materiële budgetten kostenplaatsen |
-169 |
N |
Stortingen in de voorzieningen spaarverlof en RVU |
-416 |
N |
Openeinde regelingen sociaal domein |
|
|
WMO |
|
|
Een toename in de eigen bijdrage ls gevolg van de toename in het gebruik van hulpmiddelen en maatwerkvoorzieningen, dit is een gevolg van de vergrijzing. |
190 |
V |
Een toename in de kosten voor de rolstoelen en vervoervoorzieningen als gevolg van een toename van het aantal inwoners die gebruik maken van rolstoelen en vervoersvoorzieningen. Het is belangrijk om de zelfredzaamheid en participatie op peil te houden. |
-280 |
N |
Beschermd wonen In verband met het uitstellen van het woonplaatsbeginsel ontvangen we nog altijd een bijdrage op basis van het historische verdeelmodel, dit leidt tot een voordeel van € 0,67 miljoen. Safehouses Er is sprake van een toename in de kosten (€ -0,31 miljoen) van beschermd wonen als gevolg van een toename in het gebruik (van waaronder safehouses). Deze kosten worden op dit moment gedekt vanuit de extra inkomsten vanuit Maastricht. Per saldo leidt dit tot een voordeel van € 0,36 mln. |
360 |
V |
De ramingen in de begroting 2024 gebaseerd zijn op de actuele uitgangssituatie bij de begroting 2025. - De aanbieders Huishoudelijke ondersteuning hebben meer zorg (€ -0,13 miljoen) kunnen leveren dan toen was ingeschat. - De aanbieders individuele- en groepsbegeleiding hebben meer zorg (€ -0,37 miljoen) kunnen leveren dan toen was ingeschat. Tevens is meer uitgegeven aan alternatief onderdak aan dakloze inwoners vanwege de maximale bezetting van dakloze opvang. |
-500 |
N |
Participatie |
3.323 |
V |
Participatiewet uitkeringen/Ioaw (€ 1,85 mln.); Het aantal huishoudens dat aangewezen is op een bijstandsuitkering valt iets lager uit dan verwacht. 90% van het voordeel vloeit echter voort uit het feit dat de werkelijke kostprijs per uitkering lager is dan de geraamde kostprijs per uitkering. |
|
|
Debiteurensaldo Vidar (€ 0,7 mln.); Eind 2024 was het debiteurensaldo fors gedaald. De voorziening voor het afdekken van het risico op oninbaarheid wordt daardoor ook afgeschaald. |
|
|
Kwijtschelding (€ 0,46 mln.); De kosten voor de kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen zijn lager dan in de begroting 2024 werd aangenomen. |
|
|
Nieuw beschut (€ 0,36 mln.); De toename van het aantal mensen met een indicatie nieuw beschut dat aan het werk is gegaan in een beschutte werkomgeving past bij de raming. Door de iets hogere loonwaarde en de timing van plaatsen (met name het 2e half jaar) is het budget niet volledig benut. |
|
|
GR Vidar Wsw en Werkbedrijf (€ 0,37 mln.); Er maken meer mensen met een diensterband op grond van de Wet Sociale Werkvoorziening gebruik van de Regeling vervroegd uittreden (Rvu) en vroegpensioen. Daardoor vallen de loonkosten voor de Wsw lager uit. De exploitatiebijdrage aan het Werkbedrijf valt gunstiger uit dan verwacht. Dit komt met name door de kosten voor de bedrijfsvoering in zijn algemeenheid en in het bijzonder de huisvestingslasten bestaande uit de huur-, service- en onderhoudskosten huurder. In 2024 lieten vooral de servicekosten en de onderhoudskosten huurder een gunstig verloop zien. |
|
|
Talentoriëntatie (€ -0,42 mln.); Voor een gerichte en succesvolle ondersteuning zijn meer middelen ingezet voor ontdekken en ontwikkelen van talent en het ombuigen hiervan naar kansen op de arbeidsmarkt. |
|
|
Jeugd |
-732 |
N |
een toename in de uitvoeringskosten leidt tot een nadeel van € 0,1 miljoen als gevolg van het feit dat we van de programmabijdrage over 2023 in het jaar 2024 hebben betaald aan de gemeente Maastricht voor de geleverde diensten 2023 |
|
|
een afname in de kosten voor de doelgroep arrangementen periode 2022-2023 leidt tot een voordeel van € 0,3 miljoen |
|
|
een niet gerealiseerde taakstelling op jeugd leidt tot een nadeel van € 0,3 miljoen |
|
|
de toename in Ambulante zorg en Verblijf leidt tot een nadeel van € 0,1 miljoen |
|
|
een toename in de kosten voor crisis leidt tot een nadeel van € 0,4 miljoen |
|
|
een toename in de kosten voor Landelijke transitie arrangementen leidt tot een nadeel van € 0,1 miljoen |
|
|
Bijstellingen eind 2024 |
|
|
Vrijval voorziening dubieuze publiekrechtelijke debiteuren op basis van analyse oninbaarheid belastingvorderingen |
689 |
V |
Decembercirculaire 2024 |
1.135 |
V |
Hogere opbrengst OZB door meer areaal, minder leegstand en minder bezwaar dan begroot . Via de resultaatbestemming wordt voorgesteld dit voordeel te betrekken in de uitwerking van de belastingmaatregelen 2026. |
1.539 |
V |
Vanwege de omvang van het rekeningresultaat is de algemene reserve risicobeheersing niet ingezet voor de dekking van deze ombuiging. De middelen blijven daarmee beschikbaar in genoemde reserve. |
-1.200 |
N |
Gezien het jaarrekeningresultaat is de algemene reserve niet ingezet voor de dekking van de speerpunten uit de uitvoeringsagenda 2024-2026 |
-7.763 |
N |
Voordeel schatkistbankieren door hogere liquiditeit bij de schatkist dan eerder aangenomen (na aftrek voordeel projectfinanciering) |
232 |
V |
Hogere opbrengst toeristenbelasting door meer overnachtingen dan begroot. |
225 |
V |
Door de weersomstandigheden meer inzet en daardoor hogere kosten aan (planmatig) onderhoud samenwerkingsovereenkomst groen |
-433 |
N |
Vanwege het opzeggen van grafrechten en omdat er minder gebruik wordt gemaakt van graven, worden er minder grafrechten geïnd |
-220 |
N |
De SPUK MEOZ betreft de compensatie voor gestegen energiekosten van openbare zwembaden (Glanerbrook, Het Anker en De Nieuwe Hateboer) in 2022 en 2023. Hiervoor hebben we van de Rijksoverheid in 2023 een beschikking ontvangen op basis van de te verwachten kosten. In februari 2025 is de SPUK MEOZ lager vastgesteld dan beschikt, omdat de daadwerkelijke energiekosten lager bleken te zijn. Voor Glanerbrook is het terug te betalen bedrag echter eerder ten onrechte vrijgevallen ten gunste van het begrotingssaldo. Daarom wordt nu een bedrag van €525.000 gevraagd. |
-525 |
N |
De concept jaarrekening 2024 van de GR KBL resulteert in voordeel. |
153 |
V |
Afrekening van de investeringen in de dienstverlening en de talentoriëntatie als onderdeel van de Centrumregeling Vidar. Het aandeel voor de gemeenten Stein en Beek is opgenomen in de deelverantwoording 2024 van de gemeenten Stein en Beek |
197 |
V |
Op basis van het geactualiseerd risicoprofiel grondexploitatie valt € 0,2 mln. uit de reserve grondexploitatie vrij. |
208 |
V |
Onderuitputting |
|
|
Post robuuste begroting is niet ingezet in het kader van weerbaarheid en wendbaarheid |
2.000 |
V |
Incidentele vrijval kapitaallasten door latere start van diverse projecten dan gepland |
900 |
V |
Diverse assets hebben nieuwe aanbestedingen gehad in 2024 en hierdoor is niet het volledige programma uitgevoerd en ook niet het volledige budget opgemaakt. Daarom waren inflatiemiddelen op de budgetten niet volledig nodig. |
325 |
V |
Restant budget 'Peuters en onderwijs'. Door beperkte uitvoeringskracht bij partijen die aan de lat staan voor uitwerking en uitvoering, komen ontwikkelingen minder snel tot stand. |
218 |
V |
Onderuitputting in de budgetten voor 'Stimulering van preventie in het sociaal domein' en 'Centra voor Jeugd en Gezin' door ontvangen (incidentele) SPUK GALA gelden. |
762 |
V |
Afwikkeling van de regeling 'Tijdelijke tegemoetkoming energielasten maatschappelijke instellingen' uit de middelen voor samenleving versterkende maatregelen. Van het beschikbaar gestelde bedrag van € 1 mln. is € 0,27 mln. ingezet. |
727 |
V |
De ontvangen middelen voor noodopvang Oekraïense ontheemden zijn in 2024 niet volledig ingezet. Via de resultaatbestemming wordt voorgesteld deze middelen beschikbaar te houden voor de herhuisvesting van de Oekraïense ontheemden. |
2.060 |
V |
De ontvangen middelen uit de Rijkssubsidieregeling CDOKE ten behoeve van duurzaamheid zijn in 2024 niet volledig ingezet |
317 |
V |
Incidenteel voordeel regulier beheerbudgetten (onder andere onderhoud, rente, OZB en uren) strategische locaties op basis van de voortgang van de uitvoering van de gebiedsontwikkelingen. |
238 |
V |
Overige verschillen |
|
|
Afwijkingen op de verschillende programma's kleiner dan € 0,2 mln. |
647 |
V |
TOTAAL Verschil actuele begroting 2024 - jaarrekening 2024 |
10.531 |
V |
In bovenstaande tabel hebben we de oorzaken van het verschil tussen de realisatie in de jaarrekening en het actueel begrotingssaldo geanalyseerd. Oorzaken boven > € 0,2 mln. hebben we afzonderlijk toegelicht. We hebben de oorzaken gerubriceerd in een aantal categorieën, aansluitend op de onderwerpen die in de 3de rapportage 2024 zijn benoemd.
Categorie |
Bedragen x € 1.000 |
---|---|
Loon- en prijsontwikkeling |
5.739 |
Openeinde regelingen sociaal domein |
2.361 |
Bijstellingen eind 2024 |
-5.763 |
Onderuitputting |
7.547 |
Overige verschillen |
647 |
Totale afwijking |
10.531 |
Ad a)
In de 3de rapportage hebben we gemeld dat de beschikbare middelen voor het opvangen van effecten van loon- en prijsontwikkeling niet volledig in 2024 ingezet zouden worden. Uiteindelijk is in de jaarrekening 2024 een bedrag van € 5,7 mln. niet ingezet. Via de besluitvorming over de jaarstukken 2024 stellen wij voor dit bedrag beschikbaar te houden en toe te voegen aan de stelpost inflatie in 2025. In de 1ste rapportage 2025 hebben we de noodzaak hiervoor toegelicht.
Ad b)
Omdat binnen het sociaal domein wordt gewerkt met openeinde regelingen en we voor het onderdeel jeugd afhankelijk zijn van de afrekening uit de centrumregeling (gemeente Maastricht) zijn de daadwerkelijke resultaten pas na het einde van het boekjaar bekend. In de 3de rapportage 2024 hebben we dit gemeld.
Ad c)
Zoals eerder in deze paragraaf beschreven, hebben we in de 3de rapportage een aantal posten en ontwikkelingen benoemd die in de jaarrekening 2024 tot een afwijking van het actuele begrotingssaldo kunnen leiden. De oorzaken in deze categorie zijn daar voorbeelden van. Met name voor deze categorie is in de 3de rapportage 2024 een expliciet besluit genomen om begrotingsafwijkingen die na deze rapportage ontstaan niet onrechtmatig zijn als deze in de jaarstukken 2024 worden gemeld en toegelicht. Het besluit is van toepassing op begrotingsafwijkingen door lagere lasten/ investeringen en hogere/ lagere baten. Begrotingsafwijkingen door hogere lasten/ investeringen zijn altijd onrechtmatig. Deze posten worden in de rechtmatigheids-verantwoording van deze jaarstukken (paragraaf 3.8) toegelicht.
Ad d)
Deze categorie betreft voordelige afwijkingen in de jaarstukken 2024 doordat budgetten in het afgelopen jaar niet (volledig) zijn ingezet. Niet-beïnvloedbare externe factoren en of onze uitvoeringskracht kunnen hier debet aan zijn. De belangrijkste posten zijn de niet ingezette middelen uit de post robuuste begroting (€ 2 mln.) en de niet ingezette middelen voor de opvang van Oekraïense ontheemden. De middelen voor de opvang van Oekraïense ontheemden blijven nodig om voor de realisatie van de herhuisvesting van de 4 opvanglocaties. Via de besluitvorming over de jaarstukken wordt voorgesteld laatstgenoemde middelen in 2025 beschikbaar te houden.