Inleiding
In deze paragraaf geven wij een overzicht van de actuele ontwikkelingen in ons financieel perspectief. Dit met het doel inzicht te geven in de ontwikkeling van onze financiële positie en beschikbare financiële ruimte in onze begroting 2026 en meerjarenraming 2027-2029. Wij gaan in dit hoofdstuk achtereenvolgens in op de actualisatie van de begrotingssaldi, de ontwikkeling van het structureel begrotingsevenwicht, de samenvatting van het begrotingsbeeld, de ontwikkeling van de algemene reserve (weerstandsvermogen), de ontwikkeling van het investeringsvolume, de stand van zaken met de betrekking tot een aantal specifieke begrotingsposten (inflatie, robuuste begroting, ombuigingen en de uitvoeringsagenda bestuursperiode 2024-2026). Voor zover de uitwerking van dit hoofdstuk tot beslispunten leidt, is dit gemarkeerd weergegeven.
Omvang begroting 2026
In onderstaand overzicht hebben wij de omvang van onze begroting gepresenteerd. In een oogopslag is inzichtelijk waar ons geld vandaan komt en waaraan wij het geld besteden. In het hoofdstuk Programmaplan maken wij per programma inzichtelijk waar ons geld vandaan komt en hoe wij deze middelen inzetten om onze doelen en resultaten te realiseren. Zie tevens de bijlage Begroting in een oogopslag.
| BEGROTING 2026 |
|
|
|
|
|
|---|---|---|---|---|---|
|
INKOMSTEN |
HOEVEELHEID |
PERCENTAGE |
UITGAVEN |
HOEVEELHEID |
PERCENTAGE |
|
Waar komt het geld vandaan? |
€ 478,9 |
100% |
Waar gaat het geld naartoe? |
€ 478,6 |
100% |
|
Bestuur en ondersteuning |
€ 340,7 |
71% |
Bestuur en ondersteuning |
€ 82,3 |
19% |
|
Veiligheid |
€ 3,6 |
0% |
Veiligheid |
€ 21,2 |
4% |
|
Verkeer, vervoer en waterstaat |
€ 4,4 |
1% |
Verkeer, vervoer en waterstaat |
€ 35,5 |
7% |
|
Economie |
€ 2,4 |
1% |
Economie |
€ 11,4 |
2% |
|
Sport, cultuur en groen |
€ 5,5 |
2% |
Sport, cultuur en groen |
€ 47,9 |
10% |
|
Sociaal domein |
€ 82,8 |
17% |
Sociaal domein |
€ 237,2 |
51% |
|
Milieu |
€ 32,5 |
7% |
Milieu |
€ 27,9 |
6% |
|
Wonen, omgevingsbeleid en gebiedsontwikkeling |
€ 7,1 |
1% |
Wonen, omgevingsbeleid en gebiedsontwikkeling |
€ 15,2 |
2% |
|
RESULTAAT |
€ 0,3 |
|
|
|
|
Uit bovenstaande tabel blijkt dat in 2026 ons begrotingstotaal circa € 480 mln. bedraagt. In voorgaande jaren bedroeg het begrotingstotaal € 460 mln. (2025) respectievelijk € 420 mln. (2023). De toename van de begrotingsomvang wordt onder andere veroorzaakt door de effecten van loon- en prijsontwikkeling en de uitvoeringsagenda 2024-2026 waarin met de inzet van incidentele middelen tijdelijk impulsen worden gegeven aan een aantal activiteiten. Daarnaast is een toename van de zorgkosten in het sociaal domein waarneembaar. Naast de toename van de omvang van de begrotingsomvang wordt de uitvoering van de begroting steeds complexer. Met name het groot aantal specifieke uitkeringen met eigen verantwoordingsvoorschriften, de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording en programmastijgende activiteiten zijn hier debet aan.
De inkomsten in onze begroting hebben voornamelijk betrekking op programma Bestuur en ondersteuning (71%), bestaande uit de inkomsten uit het gemeentefonds en de gemeentelijke belastingen. Daarnaast worden binnen het programma Sociaal domein de BUIG-middelen verantwoord (17%). Deze middelen zetten we in voor de uitvoering van de 8 programma’s.
Waarbij het aandeel van het programma Sociaal domein in de totale uitgaven (51%), bestaande uit Wmo, Jeugdzorg en Participatie, het hoogst is. Een andere grote uitgavenpost zijn de uitgaven voor de gemeentelijke bestuursorganen en de bedrijfsvoering die binnen programma Bestuur en ondersteuning worden verantwoord (19%).
In het vervolg van deze paragraaf gaan wij in op de bijstellingen van het begrotingsbeeld. We geven inzicht in de financiële bijstellingen die van invloed zijn op het begrotingssaldo en lichten deze bijstellingen inhoudelijk toe. Uit bovenstaande tabel blijkt dat het totaal van de financiële bijstellingen in de begroting 2026 per saldo € 0,3 mln. voordelig is.
Actualisatie begrotingsbeeld
Vertreksituatie
In onderstaande tabel is de vertreksituatie geschetst, waarmee we de begrotingsvoorbereiding zijn gestart.
Tabel vertreksituatie
| Ontwikkeling begrotingsruimte bedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
Vertreksituatie begrotingsruimte na 1e rapportage 2025 |
4.228 |
7.196 |
815 |
815 |
In de 1ste rapportage 2025 hebben wij onze begroting voor het laatst bijgesteld. De verwerking van de bijstellingen uit deze rapportage resulteerde in voordelige begrotingssaldi. In de besluitvorming over de 1ste rapportage 2025 is opgenomen dat we de voordelige begrotingssaldi vooralsnog aanhouden als achtervang voor onzekerheden en het risicoprofiel in onze begroting.
Bij de start van de begrotingsvoorbereiding wordt een nieuwe jaarschijf (2029) aan de meerjarenraming toegevoegd. In eerste instantie worden alle baten en lasten uit 2028 één op één overgenomen in 2029. Voor zover bedragen uit de overname in 2029 aangepast moeten worden, nemen we dit mee bij het onderdeel ‘Actualisatie begrotingssaldi’.
Actualisatie begrotingssaldi
In de programmabladen uit hoofdstuk ‘Programmaplan’ zijn per programma de voorstellen tot begrotingsaanpassing opgenomen. Passend binnen de uitvoeringsprincipes uit de kadernota 2023-2026, bevestigd in de kaderbrief 2025, maken we hierbij onderscheid in vaststaande ontwikkelingen en (beleids)keuzes.
Tabel - actualisatie begrotingssaldi
| Ontwikkeling begrotingsruimte bedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
Vertreksituatiebegrotingsruimte na 1e rapportage 2025 |
4.228 |
7.196 |
815 |
815 |
|
Vaststaande ontwikkelingen |
-3.029 |
-3.191 |
-1.378 |
-2.625 |
|
Saldo begrotingsruimte na verwerking vaststaande ontwikkelingen |
1.199 |
4.005 |
-563 |
-1.810 |
|
(Beleids)keuzes |
-196 |
1.435 |
3.798 |
5.290 |
|
Saldo begrotingsruimte na verwerking (Beleids)keuzes |
1.003 |
5.440 |
3.235 |
3.480 |
|
Stelposten exploitatie/ investeringen |
-680 |
-1.360 |
-2.360 |
-3.360 |
|
Doorkijk budgettair kader 2e rapportage 2025/ begroting 2026 |
323 |
4.080 |
875 |
120 |
Uitgaand van de vertreksituatie hebben we in bovenstaande tabel het effect van de bijstellingen door vaststaande ontwikkelingen en (beleids)keuzes verwerkt. Aanvullend op de verwerking van deze bijstellingen hebben we in de begroting 2026 en meerjarenraming 2027-2029 financiële ruimte gecreëerd om invulling te kunnen geven aan exploitatie en investeringsvoorstellen.
Na verwerking van deze bijstellingen zijn de begrotingssaldi in alle jaarschijven voordelig. Wel zien we dat na 2027 de omvang van de voordelige begrotingssaldi daalt. Dit past in het beeld van het opschuiven van het ‘ravijnjaar’, met name doordat we vanaf 2028 minder geld van het Rijk ontvangen. Onderstaand worden de bijstellingen door vaststaande ontwikkelingen,(beleids)keuzes en stelpost exploitatie/ investeringen nader toegelicht.
Vaststaande ontwikkelingen
In onderstaande tabel zijn bijstellingen door vaststaande ontwikkelingen op een rij gezet. Aansluitend lichten wij deze posten toe. Het betreffen bijstellingen die van invloed zijn op onze begrotingssaldi. In het hoofdstuk ‘Programmaplan’ zijn ook diverse bijstellingen opgenomen die geen invloed hebben op de begrotingssaldi (budgettair neutraal). Voor een volledig beeld van alle voorgestelde financiële bijstellingen verwijzen wij u naar dit hoofdstuk in deze begroting.
Tabel - Vaststaande ontwikkelingen
|
|
Vaststaande ontwikkelingenbedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|---|
|
1 |
Meicirculaire 2025 |
3.449 |
2.966 |
2.590 |
2.854 |
|
2 |
Actualisatie kapitaallasten (financiering en afschrijvingen) |
1.901 |
755 |
2.020 |
1.087 |
|
3 |
Dividenduitkering Enexis boekjaar 2024 |
250 |
250 |
250 |
250 |
|
4 |
Gemeenschappelijke regelingen |
122 |
95 |
33 |
-35 |
|
5 |
Voorbereiding uitwerking iStrategie/ uitvoeringsprogramma's |
-1.500 |
pm |
pm |
pm |
|
6 |
Nieuw financieel pakket/ scansoftware inrichtings- en implementatiekosten |
-450 |
-450 |
-150 |
0 |
|
7.1 |
Inrichting structureel exploitatiebudget regioarchief |
-377 |
-377 |
-377 |
-377 |
|
7.2 |
Investering E-depot (digitale archiefbewaarplaats) inv € 175.000 |
-15 |
-15 |
-15 |
-15 |
|
8 |
Aanpassing budget maatschappelijke opvang |
-200 |
-200 |
-200 |
-200 |
|
9 |
Vloercoating parkeergarages |
-28 |
-182 |
-430 |
-525 |
|
10 |
Onderhoudsvoorziening gymzalen/ schoolgebouwen |
39 |
39 |
39 |
39 |
|
11 |
Bijstelling PGB |
-700 |
-700 |
-700 |
-700 |
|
12 |
Herstelplan De Domijnen |
-2.200 |
-1.000 |
0 |
177 |
|
13.1 |
Actualisatie beheerplannen IBOR - Exploitatie (€ 1,49 mln structureel) |
-1.490 |
-1.490 |
-1.490 |
-1.490 |
|
13.2 |
Actualisatie beheerplannen IBOR - Investering (2,0 - 2,5 mln structureel) |
-36 |
-72 |
-158 |
-244 |
|
14 |
Ontsluiting Absboek - Ovonde |
0 |
-38 |
-68 |
-163 |
|
15 |
Indicatie bijstelling regelingen in de BUIG |
-1.078 |
pm |
pm |
pm |
|
16 |
Indicatie bijstelling middelencomplex Vidar werkbedrijf |
1.563 |
pm |
pm |
pm |
|
17 |
Stadsmarketing |
0 |
-400 |
-400 |
-400 |
|
18 |
Strategisch huisvestingsplan O&K-functies - 2029 (€ 5 mln. inv ruimte) |
0 |
0 |
0 |
-90 |
|
19 |
Renovaties Graaf Huyn en Trevianum |
0 |
-162 |
-450 |
-783 |
|
20 |
Prioritering lokale invulling landelijke weerbaarheidsopgave |
-329 |
-329 |
0 |
0 |
|
21 |
Borging uitvoeringskracht bestaande taken |
-1.504 |
-1.504 |
-1.434 |
-1.434 |
|
Posten < 200.000 |
-447 |
-378 |
-438 |
-576 |
|
|
Saldo vaststaande ontwikkelingen |
-3.029 |
-3.191 |
-1.378 |
-2.625 |
Toelichting vaststaande ontwikkelingen
1. Meicirculaire
In de meicirculaire 2025 wordt vanaf 2026 het zogenoemde ‘ravijnjaar’ van het gemeentefonds tijdelijk gecompenseerd en is er vanaf dat jaar sprake van een positief structureel effect. De circulaire bevat daarnaast mutaties die samenhangen met volumeontwikkelingen, het verdeelmodel en overige compensaties. Zie voor verdere toelichting RIB meicirculaire 2025
2. Actualisatie kapitaallasten
Deze bijstelling bestaat uit de volgende onderdelen:
| bedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
a. actualisatie afschrijvingen |
1.232 |
575 |
962 |
727 |
|
b. financiering/ rente |
497 |
143 |
1.018 |
1.185 |
|
c. doorwerking Ibor 2028-2029 |
0 |
0 |
0 |
-865 |
|
d. actualisatie kapitaallasten nieuw beleid |
172 |
37 |
40 |
40 |
|
Totaal bijstelling kapitaallasten |
1.901 |
755 |
2.020 |
1.087 |
a. De kapitaalslasten zijn geactualiseerd en de afschrijvingen bijgesteld op basis van actuele prognoses voor de voortgang van onze projecten.
b. In de jaren 2026 t/m 2029 wordt de begroting van de rente-uitgaven voordelig bijgesteld omdat de realisatie van de investeringen achterblijft op de planning van de investeringen. Dit heeft tot gevolg dat er minder gefinancierd zal worden dan eerder verwacht en dat er minder rentekosten geraamd hoeven te worden.
c. Betreft het volledig ramen van de kapitaallasten van de Ibor-vervangingsinvesteringen uit de jaarschijf 2028.
d. Op basis van de voortgang van het investeringsprogramma 2021-2024 en de uitvoeringsagenda 2024-2026 zijn de kapitaallasten geactualiseerd. Resulterend in incidentele vrijval door latere start/ afronding van projecten respectievelijk het structureel oplossen van afwikkelverschillen.
3. Dividenduitkering Enexis boekjaar 2024
Bijstelling dividend Enexis Holding NV op basis van het boekjaar 2024. Het structureel effect wordt ingeschat op 50% van deze bijstelling.
4. Gemeenschappelijke regelingen
Bijstelling bijdragen aan diverse GR'en overeenkomstig de raadsbesluiten over de concept begrotingen 2026 van de GR'en in de raadsvergaderingen van 5 juni respectievelijk 3 juli 2025. Voor zover de bijstellingen betrekking hebben op inflatie, wordt dit gedekt uit de stelpost inflatie.
5. Voorbereiding uitwerking iStrategie/ uitvoeringsprogramma’s
De I-Visie/ I-strategie wordt uitgewerkt in een concreet uitvoeringsprogramma. Ingegeven door autonome ontwikkelingen (wettelijke verplichtingen) ligt de focus hierbij op onderwerpen als Common Ground, Informatiebeheer en - beveiliging, Data en AI. De gevraagde middelen betreffen een werkbudget om tot een uitvoeringsprogramma te komen. Daarnaast wordt gestart met de uitvoering van projecten op het gebied van AI en data.
6. Nieuw financieel pakket/ scansoftware inrichtings- en implementatiekosten
Zoals in de 1e rapportage 2025 aangegeven zijn noodzakelijke updates van ons financieel pakket aan de orde, waarna een Europese aanbesteding van het financiële informatiesysteem worden voorbereid. Dit nieuwe systeem is niet alleen wenselijk vanwege toenemende mogelijkheden maar ook noodzakelijk, in het kader van onder andere dataveiligheid en betrouwbaarheid van registratie. Er wordt nu op ingezet om met het nieuwe systeem in 2028 of 2029 live te gaan. Daarnaast moet extra ingezet worden op het bestaande systeem in 2026 en 2027. Vooruitlopend op het aanbestedingsresultaat worden de (extra) structurele lasten ingeschat op jaarlijks oplopend van € 0,15 mln. in 2026 en 2027 naar € 0,3 mln. vanaf 2028. Daarnaast wordt voor inrichting en implementatie rekening gehouden met indicatief € 1,2 mln. projectkosten (2025: € 0,15 mln.; 2026 en 2027 jaarlijks € 0,45 mln. en in 2028 € 0,15 mln.).
De structureel hogere lasten van het nieuwe systeem worden gedekt uit de stelpost inflatie.
7.1 Inrichting structureel exploitatiebudget regioarchief
In 2022 is het ontvlechtingsproces gestart van het RegioArchief gemeente Sittard-Geleen uit het cultuurbedrijf De Domijnen, op basis van het genomen collegebesluit destijds. In 2026 ronden we dit proces af met als sluitstuk de opname van een eigen exploitatiebudget met passende p-kosten (2 fte uitbreiding) voor het RegioArchief in de gemeentelijke begroting.
7.2 Investering E-depot (digitale archiefbewaarplaats) inv € 175.000
Voor het realiseren van een digitale archiefbewaarplaats (e-Depot) is een investeringsbedrag nodig van € 175.000. Hiermee is het RegioArchief in staat om de digitale archieven duurzaam toegankelijk te houden.
8. Aanpassing budget maatschappelijke opvang
Gezien de autonome ontwikkeling wat betreft de toename van het aantal dak- en thuislozen, zien we dit ook terug in de ETHOS-telling van de Westelijke mijnstreek. Hierdoor neemt de druk op de beschikbare capaciteit voor voorzieningen toe. Dit vraagt om structureel extra inzet op zowel preventie als ook uitbreiding van beschikbare opvangplekken. Het voorstel is de budgetten nu structureel met € 0,2 mln. bij te stellen. Voor aanvullende kostenstijgingen fungeren de gereserveerde accressen uit de meicirculaire 2025 als achtervang. De uiteindelijke afwikkeling van deze openeinde regeling vindt plaats in de jaarrekening.
9. Vloercoating parkeergarages
De vloercoating van parkeergarage Hub Dassenplein (2026), Odaparking (2027), Marktgarage Geleen (2027) en parkeergarage Zuyderland (2028) dient volledig vernieuwd te worden. Dit betreffen de kapitaallasten van het investeringskrediet (vloercoating en dilataties).
We starten in 2026 met het vernieuwen van de vloercoating van parkeergarage Hub Dassenplein, vooruitlopend op de reconstructie van het Tempelplein. Zo sluiten de werkzaamheden goed op elkaar aan en beperken we overlast. In 2027 volgt eerst de Marktgarage Geleen, in samenhang met de ontwikkelingen binnen het programma Geleen Centrum, en daarna de Odaparking Sittard. De werkzaamheden in de parkeergarage Zuyderland zijn gepland in 2028. De gefaseerde aanpak borgt de beschikbaarheid van voldoende parkeercapaciteit, sluit aan bij lopende projecten /programma’s en maakt een evenwichtige inzet van middelen en capaciteit mogelijk.
10. Onderhoudsvoorziening gymzalen (schoolgebouwen)
In de 2de rapportage 2025 hebben we voorgesteld de onderhoudsvoorziening voor gymzalen ad € 0,2 mln. vrij te laten vallen, hierdoor vervalt vanaf 2026 de structurele storting in deze voorziening van jaarlijks € 39.000.
11. Bijstelling PGB
Inwoners kunnen kiezen om in plaats van zorg in natura een persoonsgebonden budget te ontvangen. Sinds 2024 zien wij een forse stijging in het aantal inwoners dat een PGB ontvangt. Om die reden stellen we voor de kosten bij te ramen zodat deze meer in lijn liggen met de nota’s die wij ontvangen van de SVB.
12. Herstelplan De Domijnen
Herstel- en ontwikkelplan De Domijnen:
Aan de uitvoering van dit plan zijn financiële gevolgen gekoppeld. Deze hebben betrekking op:
- de overbrugging (van de tekorten) in de begrotingsjaren 2025, 2026 en 2027 en de financiële knelpunten in deze jaren;
- frictiekosten als gevolg van dit herstelplan;
- de knellende liquiditeitspositie.
Met het streven dat vanaf 2027 sprake is van een realistische en sluitende begroting, ruimere productie- en programma-budgetten en een afdoende weerstandsvermogen. Daarnaast is in 2029 sprake van een administratieve correctie in de aanpassing van de budgetten in deze jaarschijf.
13.1 Actualisatie beheerplannen IBOR - Exploitatie (€ 1,49 mln. structureel)
13.2 Actualisatie beheerplannen IBOR - Investering (2,0 mln. structureel)
De beheerplannen zoals vastgesteld door College in 2022 zijn gebaseerd op het prijspeil 2021. In de daarop volgende jaren zijn zowel de exploitatiebudgetten als de investeringsbudgetten weliswaar geïndexeerd via de begroting, maar in onvoldoende mate om de daadwerkelijke prijsstijgingen te dekken. Als voorbeeld: de GWW-index voor gesloten verharding is maar liefst met 42% gestegen. Zowel het jaarlijks exploitatiebudget als het investeringsbudget voor het beheer en onderhoud van de assets in de openbare ruimte, dient daarom verhoogd te worden met de bedragen zoals vermeld in tabel 1. Voorgesteld wordt om het additioneel benodigd exploitatiebudget ad € 2,2 mln. ten gevolge van inflatie te dekken uit de stelpost inflatie.
Daarnaast zorgen een aantal autonome ontwikkelingen ervoor dat het exploitatiebudget structureel verhoogd dient te worden met € 1,5 mln. onder ander door:
- Aanpassing CROW-norm reiniging;
- Hanteren hoger percentage AKWR door aannemer dan voorzien in beheerplannen 2021;
- Vaker snoeien van bomen om aan het beheerniveau te voldoen.
Benodigde budgetten beheer en onderhoud openbare ruimte
|
|
Benodigd additioneel budget |
Dekking |
|
Exploitatie |
|
|
|
Autonome ontwikkelingen |
€ 1.5 mln. |
Algemene middelen (17.1) |
|
Inflatie |
€ 2.2 mln. |
Stelpost inflatie |
|
|
|
|
|
Investeringen |
€ 2.0 mln. |
Algemene middelen (17.2) |
|
|
€ 0.36 mln. kapitaallasten |
|
14. Ontsluiting Absbroek - Ovonde
Voor de woonwijk Absbroek is een nieuwe ontsluiting op de Rijksweg Noord (Geleen) noodzakelijk. Hiervoor zetten we extra middelen in. Basisuitgangspunt is dat de woonwijk op een veilige manier wordt ontsloten en dat de verkeersafwikkeling op de Rijksweg Noord op orde blijft. Bij de uitwerking van het plan zijn ook de huidige (verkeerskundige) knelpunten meegenomen. In 2026 dient het project aanbesteed te worden, zodat uiterlijk op 31 december 2027 het werk is gestart. Dit is een voorwaarde bij de reeds ontvangen rijkssubsidie. De bijstelling betreft de kapitaallasten van de kredietverruiming om genoemde ontsluiting te realiseren middels een ovonde (een ovale rotonde).
15. Indicatie bijstelling regelingen in de BUIG
De bijstellingen in de jaarschijven 2025 en 2026 zijn gebaseerd op het nader voorlopig budget BUIG (Besluit Uitkeringen Algemene Bijstand) voor 2025. Hierbij is sprake van een neerwaartse bijstelling van het macrobudget. Dit betekent dat het totale budget voor gemeenten lager uitvalt dan eerder geraamd. Daarnaast is ons aandeel (2025: 0,59%) in dit Macrobudget lager dan in de begroting 2025 is aangenomen. In de bijstelling 2025 is rekening gehouden met de achtervang uit de algemene reserve risicobeheersing.
Gezien de fluctuaties rondom het middelencomplex BUIG en de nog te verwachten effecten van de sluiting van VDL-NedCar worden de meerjarige effecten betrokken in het vervolg van de P&C-cyclus.
16. Indicatie bijstelling middelencomplex Vidar werkbedrijf
Ten gevolge van de gewijzigde kostenstructuur worden de uitvoeringskosten van het Werkbedrijf en beide verloners (Vidar Loont BV en Vidar aan de Slag BV) in zijn geheel ondergebracht bij de Centrumgemeente, de gemeente Sittard-Geleen. Het Werkbedrijf en beide verloners sturen sec op haar kernactiviteiten respectievelijk het beschikbaar stellen van werkplekken voor mensen met een Wsw indicatie en de Participatiewet en het verlonen van mensen uit de Participatiewet die met ondersteuning van Vidar aan het werk zijn. Doordat in de BV’s de uitvoeringskosten wegvallen, laten de drie BV’s positieve resultaten zien die ten gunste komen van de gemeente Sittard-Geleen.
17. Stadsmarketing
De gemeenteraad heeft ingestemd met het voorstel om het merkverhaal van Sittard-Geleen vast te stellen en stadsmarketing onder te brengen in een stichting. Het evenementenbureau maakt in deze opzet onderdeel uit van de stadsmarketingorganisatie en wordt daarmee verplaatst naar Stichting Sittard-Geleen Marketing. Met dit voorstel wordt een budget ingericht waarbij de gemeente de Stichting Sittard-Geleen Marketing financieel ondersteund. Ook de taakstelling p-kosten evenementenbureau komt met deze overgang te vervallen.
18. Strategisch huisvestingsplan O&K-functies - 2029 (€ 5 mln. inv ruimte)
Op basis van het raadsbesluit over het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs- en Kindfuncties wordt jaarlijks € 5 mln. investeringsruimte beschikbaar gesteld vooruitlopend op een nadere programmering van te realiseren onderwijsvoorzieningen. Thans wordt de investeringsruimte in de jaarschijf 2029 toegevoegd.
19. Renovaties Graaf Huyn en Trevianum
Vooruitlopend op de renovaties bij het Graaf Huyn College (2026) en de Trevianum scholengroep (2027) zijn de kapitaallasten van de benodigde investeringsbedragen geprognosticeerd. Deze prognose is gebaseerd op de beoogde startdatum en doorlooptijd van de renovaties respectievelijk de beoogde ingebruikname van de gerenoveerde schoolcomplexen. Ter voorbereiding van besluitvorming en realisatie worden businesscases opgesteld. Op basis van deze uitwerking worden de benodigde renovatiekosten aangescherpt, inclusief het aandeel hierin van schoolbesturen en gemeente.
20. Prioritering lokale invulling landelijke weerbaarheidsopgave
In Nederland werken we aan de versterking van de samenleving en het leger bij militaire en andere dreigingen. We noemen dit de weerbaarheidsopgave. Gemeenten hebben hierbij een belangrijke taak. Het voorstel is om voor de eerste stappen van deze taak €328.500 te reserveren in de begroting 2026 en 2027. Dit geld wordt gebruikt voor personeel dat de taak voor de gemeente duidelijker maakt, ontwikkelingen op landelijk en regionaal niveau goed volgt (en waar mogelijk helpt sturen) en zorgt dat onze eigen organisatie blijft werken, ook in moeilijke situaties.
21. Borging uitvoeringskracht bestaande taken
De omvang van onze begroting is de laatste jaren verder gegroeid tot een bedrag van € 480 mln. in voorliggende begroting. Gekoppeld aan deze toename zien we zowel een toename van het takenpakket als een hogere complexiteit van taken. Organisatiebreed zijn niet alle onderdelen meegegroeid met deze ontwikkeling. Reparatie is noodzakelijk om continuïteit in de uitvoering van de bestaande in- en externe dienstverlening te kunnen borgen.
Kleine posten (< € 50.000)
Dit betreft een aantal kleinere bijstellingen (bedragen < € 50.000). Deze bijstellingen kunt u in de programmabegroting op de programmabladen teruglezen.
Beslispunt:
De actualisatie van de begroting 2026 en meerjarenraming 2027-2029 door verwerking van de bijstellingen in de tabel vaststaande ontwikkelingen uit het onderdeel Actualisatie financieel perspectief van de programmabegroting 2026.
(Beleids)keuzes
Naast het uitvoeringsprincipe vaststaande ontwikkelingen te verwerken wanneer ze zich voordoen, wordt voorgesteld passend binnen de financiële ruimte een aantal keuzes in het begrotingsbeeld te verwerken. Wij maken hierbij onderscheid in financiële keuzes, ingegeven om sluitende jaarschijven te realiseren respectievelijk de financiële veerkracht van onze begroting te vergroten. En (beleids)keuzes die een nadere uitwerking zijn van richtingen/ besluitend door de raad met betrekking tot lopende ontwikkelingen. In onderstaande tabel zijn bijstellingen door (beleids)keuzes op een rij gezet. Aansluitend lichten wij deze posten toe.
Tabel – (Beleids)keuzes
|
|
(Beleids)keuzesbedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|---|
|
Financiële keuzes |
|||||
|
1 |
Indexering OZB |
1.391 |
2.782 |
4.173 |
5.565 |
|
2 |
Post robuuste begroting |
1.247 |
1.237 |
1.237 |
1.337 |
|
3 |
Afrekening ESF-middelen |
500 |
|||
|
Saldo financiële keuzes |
3.138 |
4.019 |
5.410 |
6.902 |
|
|
Keuzes o.b.v. richtingen/ besluiten raad |
|||||
|
4 |
Ontwikkeling ESCS-locatie: behoud zwembad voor doelgroep zwemmen |
-200 |
300 |
300 |
300 |
|
5 |
Actief verwervingsbeleid - 4 jaar |
-500 |
-500 |
-500 |
-500 |
|
6 |
Procesmiddelen volkshuisvestingsfonds |
-200 |
-200 |
-200 |
-200 |
|
7 |
Procesmiddelen gebiedsontwikkeling Sittard Centraal |
-500 |
pm |
pm |
pm |
|
8 |
Uitvoering motie duurzaamheidsmiddelen |
-200 |
-200 |
-200 |
-200 |
|
9 |
Borging uitvoeringskracht lopende/ in voorbereiding zijnde dossiers |
-1.134 |
-1.134 |
-912 |
-912 |
|
10 |
Tijdelijke huisvesting (inrichtings-, project- en ICT-kosten Stadswinkel) |
-250 |
|||
|
11 |
Onrendabele top woco's huisvesting grote gezinnen |
-100 |
-100 |
-100 |
-100 |
|
12 |
(Motie) Kleine Kampjes |
-250 |
-750 |
pm |
pm |
|
Saldo keuzes o.b.v. richtingen/ besluiten raad |
-3.334 |
-2.584 |
-1.612 |
-1.612 |
|
|
Saldo (Beleids)keuzes |
-196 |
1.435 |
3.798 |
5.290 |
Toelichting (beleids)keuzes
1. Indexering OZB
Op basis van de meicirculaire 2025 wordt de OZB geïndexeerd met 2,22%. Wij stellen voor de opbrengst van € 1,4 mln. ten gunste van het begrotingssaldo te verwerken. Wij stellen voor de indexering ook in de jaarschijven 2027 tot en met 2029 op basis van dit percentage te verwerken.
2. Post robuuste begroting
Tegen de achtergrond van het naderende ravijnjaar heeft de raad in de begroting 2024 besloten een structurele post ‘robuuste begroting’ van jaarlijks € 2,0 mln. op te nemen. Dit met het doel ruimte in de exploitatie te creëren in termen van weerbaarheid om onvoorziene ontwikkelingen en risico’s op te kunnen vangen. En daarnaast wendbaar te kunnen door invulling te kunnen geven aan (landelijke) opgaven en ambities, ook in de vorm van cofinanciering met andere partners.
Het ravijnjaar lijkt nu (deels) afgewend, waardoor wij een alternatieve inzet voor de invulling van weerbaarheid en wendbaarheid voorstellen:
- Weerbaarheid: we stellen voor de post onvoorzien te verhogen (jaarlijks incidenteel in te zetten) van € 0,1 mln. naar € 0,5 mln. Als aanvulling op de achtervang van het gekwantificeerd risicoprofiel in de algemene reserve risicobeheersing.
Wendbaarheid: Om invulling te kunnen geven aan ambities en opgaven is in deze begroting ruimte gecreëerd voor exploitatie- en investeringsvoorstellen. We stellen voor hiervoor € 0,5 mln. exploitatieruimte beschikbaar te stellen in 2026 oplopend tot € 2,0 mln. in 2029. Daarnaast stellen we voor jaarlijks € 10 mln. investeringsruimte beschikbaar te stellen. De inzet van deze middelen maakt jaarlijks onderdeel uit van de integrale afweging in het kader van de begrotingsvoorbereiding.
3. Afrekening ESF-middelen
Van de definitief vastgestelde subsidies door het Europees Sociaal Fonds (ESF) vanuit ESF trajecten van voor 2026, valt in 2026 € 0,5 mln. vrij ten gunste van het begrotingsresultaat.
4. Ontwikkeling ESCS-locatie: behoud zwembad voor doelgroep zwemmen
Per 1 mei 2026 start de nieuwe exploitatie van Glanerbrook. Dit is het moment waarop de taakstelling, die rust op het zwembad De Nieuwe Hateboer (DNH) aan de Sportcentrumlaan, ingevuld kan worden. De exploitatie van DNH door de Sportstichting vervalt, waarmee de subsidie op dit onderdeel niet meer nodig is. Met de vrijval van het subsidiebedrag (€ 1,8 mln.) kan de taakstelling ingevuld worden. In de begroting 2026 is de taakstelling à € 1,2 mln. en de huurderving van mei t/m dec 2026 (à € 0,3 mln.) verrekend met de vermindering van de subsidie. Vanaf 2027 vervalt de structurele subsidie aan de SSG t.b.v. DNH à € 1,8 mln. Hiervan wordt € 1,2 mln. ingezet ter dekking van de structurele taakstelling, terwijl de resterende € 0,6 mln. vrijvalt. Daarvan is ter uitvoering van de ‘motie zwemwater’ max € 0,3 mln. gereserveerd voor doelgroep zwemmen in DNH. Het overige deel vloeit terug naar de algemene middelen.
Cijfermatig samengevat:
|
|
2026 (sluiting per 1 mei) |
Met ingang van 2027 |
|
Vrijval subsidiebedrag |
1,5 |
1,8 |
|
Realisatie taakstelling |
-1,2 |
-1.2 |
|
Inkomstenderving vastgoed |
-0,3 |
|
|
Saldo |
0 |
0,6 |
|
Beschikbaar voor doelgroep zwemmen |
-0,2 |
-0,3 |
|
Ten laste (in 2026)/gunste (2027 ev.) van de begrotingsruimte |
-0,2 |
0,3 |
5. Actief verwervingsbeleid - 4 jaar
Toepassingsmiddelen voor actief grondbeleid om regie te nemen in (potentiële) ontwikkellocaties en voor het realiseren van maatschappelijke opgaven zoals geformuleerd in de Toekomstvisie 2030 en de Omgevingsvisie.
Onze inschatting voor de praktijk is daarom dat we met 1 miljoen structurele begrotingsruimte tussen de 15 en 20 miljoen aan locaties kunnen verwerven.
Wij stellen voor het jaarlijks benodigde bedrag (tot en met 2029) voor de helft te dekken uit de beschikbare incidentele middelen voor ontwikkellocaties en de helft te dekken ten laste van de begrotingsruimte.
6. Procesmiddelen volkshuisvestingsfonds
Voor de uitvoeringskracht van de deelplannen wordt € 0,2 mln. per jaar aan procesmiddelen beschikbaar gesteld.
7. Procesmiddelen gebiedsontwikkeling Sittard Centraal
Voor de gebiedsontwikkeling Sittard Centraal (ontwikkelpad stationsomgeving Sittard) zijn procesmiddelen nodig voor de uitwerking van de ontwikkeling en de uitwerking van de WOKT aanvraag aanvullend op strategische aankopen.
8. Uitvoering motie duurzaamheidsmiddelen
Bij de behandeling van de routekaart in de Raad is een motie aangenomen waarbij wordt gevraagd voor voldoende structurele middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de routekaart en in deze verruiming ook rekening te houden met cofinancieringsmiddelen. Dit is een indicatieve raming. Door de val het kabinet is de uitwerking van het voornemen om SPUK-en te korten vertraagt. Wij stellen voor jaarlijks een bedrag beschikbaar te stellen van € 0,2 mln.
9. Borging uitvoeringskracht lopende/ in voorbereiding zijnde dossiers
Om invulling te kunnen geven aan de opgaven, projecten, opdrachten, prestaties en planningen die voortvloeien uit lopende en in voorbereiding zijnde dossiers is extra uitvoeringskracht op een aantal onderdelen/ beleidsterreinen benodigd.
10. Tijdelijke huisvesting (inrichtings- project- en ICT kosten Stadswinkel)
Betreft incidentele inrichtings-, project- en ICT-kosten voor de tijdelijke Stadswinkel als gevolg van nieuwe ambtelijke huisvesting.
11. Onrendabele top woco's huisvesting grote gezinnen
In het afspraken met woningcorporaties is een subsidieplafond opgenomen voor aanvragen tot 1 ton voor het huisvesten van grote gezinnen. Voor het huisvesten van grote gezinnen doen woco's grotere woningen opkopen of woningen aanpassen. Voor 2025 zijn hiervoor al incidentele middelen beschikbaar gesteld.
12. (Motie) Kleine Kampjes
Uit een recent opgeleverd behoefteonderzoek naar uitbreiding van woonwagenstandplaatsen blijkt dat er een grote behoefte is van 22-28 woonwagenstandplaatsen op de kleinere woonwagenlocaties in de gemeente. Hiervoor is eind 2024 door de raad incidenteel € 250.000 beschikbaar gesteld. Dit bedrag wordt verruimd met 1 miljoen.
Beslispunt:
De actualisatie van de begroting 2026 en meerjarenraming 2027-2029 door verwerking van de (beleids)keuzes in de tabel (beleids)keuzes uit het onderdeel Actualisatie financieel perspectief van de programmabegroting 2026.
Stelposten exploitatie en investeringen
Ruimte
Aanvullend op de verwerking van bovenstaande bijstellingen is in de begroting 2026 en meerjarenraming financiële ruimte gecreëerd om invulling te kunnen geven aan nieuwe exploitatie- en investeringsvoorstellen. Zoals bij de toelichting op de post robuuste begroting aangegeven, geven we hiermee invulling van het vergroten van de wendbaarheid binnen onze begroting.
Onderstaand wordt deze ruimte nader gespecificeerd:
| Stelposten voor exploitatie- en investeringsvoorstellenbedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
Exploitatie: |
500 |
1.000 |
1.500 |
2.000 |
|
Investeringen: - € 10 mln. per jaar - looptijd 30 jaar; omslagrente: 1,8% - realisatie na 2 jaar |
10.000
180 |
10.000
360 |
10.000
860 |
10.000
1.360 |
|
Saldo stelpost exploitatie- en investeringsvoorstellen |
-680 |
-1360 |
-2.360 |
-3.360 |
Voor de exploitatie is in 2026 € 0,5 mln. beschikbaar, oplopend tot een bedrag van € 2,0 mln. in 2029. Voor investeringsvoorstellen is jaarlijks € 10 mln. investeringskrediet beschikbaar.
Uitgangspunten – criteria
‘Doorgaan, waarmee we zijn begonnen’, is een leidend principe voor de voorstellen om in 2026 beslag te leggen op bovenstaande middelen. Aanvullend stellen we voor om bij de voorbereiding van de kadernota 2027 een nadere prioritering te doen binnen de beschikbare ruimte in de jaarschijven 2027-2029. Ons inziens past dit bij ‘het goed overdragen van het stokje’.
Voor de afweging van de voorstellen hebben we onderstaande afwegingscriteria gehanteerd, ofwel een relatie gelegd met:
- 3 O’s/ autonome ontwikkelingen (onvermijdbaar, onuitstelbaar, onontkoombaar)
- Opgaven die meer aandacht hebben door maatschappelijke ontwikkelingen (onderwijshuisvesting, wonen, sociaal domein jeugd, klimaatdoelstellingen)
- Uitvoeringsafspraken coalitieakkoord
- Maatschappelijke impact lange termijn
- De reguliere begroting
- Beschikbare uitvoeringskracht
- Voor wat betreft investeringen; projectfase en planning
Voorstellen beschikbare exploitatie middelen:
Wij stellen voor de invulling van de beschikbare ruimte in 2026 ad € 0,5 mln. toe te wijzen aan lobby en public affairs, procesmiddelen Toon Hermans Theater en tijdelijke huisvesting.
| Stelpost - exploitatiebedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
Beschikbaar |
500 |
1.000 |
1.500 |
2.000 |
|
Versterken lobby en public affairs 2026 -2030 |
-150 |
-150 |
-450 |
-450 |
|
Procesmiddelen voor het ontwikkelen van een visie op het culturele landschap |
-150 |
|||
|
Tijdelijke huisvesting ( ambtelijke huisvesting) |
-200 |
pm |
pm |
|
|
Saldo stelpost exploitatie |
0 |
850 |
1.050 |
1.550 |
Versterken lobby en public affairs 2026 -2030
Versterking van de lobby- en public affairsaanpak voor de periode van 2026-2030. In dit kader wordt een gezamenlijke lobbyvisie en -strategie opgesteld en de noodzaak tot (EU)regionale en bestuurlijke samenwerking onderschreven.
Procesmiddelen voor het ontwikkelen van een visie op het culturele landschap
Voor onderzoek naar het ontwikkelen van een brede visie op het cultuurcluster zijn incidenteel middelen nodig.
Tijdelijke huisvesting ( ambtelijke huisvesting)
Het Stadhuis in Geleen ondergaat een ingrijpende verbouwing als onderdeel van het plan voor nieuwe huisvesting van de ambtelijke organisatie van Sittard-Geleen. Architectenbureau De Twee Snoeken is gestart met het ontwerp van het vernieuwde kantoor en de Stadswinkel in het centrum van Geleen. Daar de sloop gepland staat voor juli 2026 moet er tijdelijke huisvesting gerealiseerd worden voor onder andere de ambtelijke huisvesting.
Voorstellen beschikbare investeringsmiddelen
Passend binnen de uitgangspunten en afwegingscriteria stellen wij voor prioriteit te geven aan de volgende onderwerpen:
- Warmtenet Zuid-Limburg;
- Cultuur: start met onderzoek naar huisvesting van het Toon Hermans Theater en werken aan een programma voor culturele landschap en vanuit daaruit keuzes maken
- Aanpak gemeenschapsaccommodaties met het Plenkhoes als prioriteit;
- Sport: focus op korte termijn vermarkten zwembad (ESCS) en vernieuwing Sportpark Het Anker;
- Mobiliteitsprojecten: Aanpak Allee Limbricht, de Biesenweg en aanpak slimme verlichting.
| Stelpost - investeringenbedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
Beschikbaar - investeringsmiddelen |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
|
Beschikbaar - kapitaallasten |
180 |
360 |
860 |
1.360 |
|
Ruimte oormerking voor de bovenstaande onderwerpen |
|
|
|
|
|
Saldo stelpost investeringen |
180 |
360 |
860 |
1.360 |
Wij stellen voor de beschikbare investeringsruimte te oormerken voor de hiervoor genoemde onderwerpen. Voorstellen voor het beschikbaar stellen van voorbereidingskredieten dan wel investeringskredieten worden afzonderlijk aan de raad voorgelegd. De besluitvorming over het beschikbaar stellen van een investeringskrediet wordt gebaseerd op een onderbouwd investeringsvoorstel. In deze begroting stellen we voor in 2026 voorbereidingskredieten beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling van de ESCS-locatie (€ 0,59 mln.), onderzoeken (her)ontwikkeling van het Toon Hermans Theater met als zoekrichting de Ligne (€ 0,25 mln.) en het Plenkhoes (€ 0,32 mln.).
Voor een aantal onderwerpen is de benodigde kredietruimte op basis van eerste prognoses al financieel gekwantificeerd, waarbij is aangegeven in welke jaarschijf de middelen benodigd zijn. Het betreft het Warmtenet Zuid-Limburg (2026-2029: € 5,5 mln.), Het Plenkhoes (2028: € 4 mln.), voorbereidingskrediet (her)ontwikkeling Toon Hermans Theater (2028: € 4 mln.), Aanpak Allee Limbricht (2026-2028: € 3,4 mln.), aanpak de Biesenweg (2028: € 1,0 mln.) en aanpak slimme fietspaden (2026: € 0,15 mln.).
We stellen nu voor de kredieten voor 2026 daadwerkelijk beschikbaar te stellen, te weten:
- Warmtenet Zuid-Limburg ad € 0,1 mln.;
- Aanpak van de Allee Limbricht € 1,4 mln.
- 2de fase aanpak slimme verlichting fietspaden € 0,15 mln.
Om tijdig de noodzakelijke voorbereidingen te kunnen treffen en commitment af te geven voor cofinanciering met externe partners stellen we aanvullend voor de volgende kredieten beschikbaar te stellen:
- Aanpak van de Allee Limbricht: 2027: 1,0 mln. en 2028: € 1,0 mln.
- Aanpak Biesenweg: 2028: € 1,0 mln.
Aanvullend stellen wij voor de financiële inzet van de beschikbare investeringsmiddelen periodiek te monitoren als onderdeel van de voortgangsrapportage grote dossiers.
Beslispunten:
Het beschikbaar stellen van financiële ruimte voor nieuwe exploitatie- en investeringsvoorstellen:
- Voor exploitatievoorstellen € 0,5 mln. in 2026 oplopend tot € 2,0 mln. in 2029
- Voor investeringsvoorstellen in de periode 2026-2029 jaarlijks € 10 mln. investeringskrediet
De inzet van de beschikbare exploitatiemiddelen ad € 0,5 mln. in 2026 voor:
- Het versterken van lobby en public affairs 2026-2030 ad € 0,15 mln.
- Procesmiddelen ontwikkeling visie op het culturele landschap ad € 0,15 mln.
- Tijdelijke huisvesting (onderdeel ambtelijke huisvesting) ad € 0, 20 mln.
Het beschikbaar stellen van de volgende investeringskredieten ten laste van de investeringsruimte 2026 ad € 10 mln.:
- Voorbereidingskrediet ontwikkeling van de ESCS-locatie ad € 0,59 mln.;
- Voorbereidingskrediet onderzoeken (her)ontwikkeling van het Toon Hermans Theater met als zoekrichting de Ligne ad € 0,25 mln.;
- Voorbereidingskrediet het Plenkhoes ad € 0,32 mln.;
- Investeringskrediet Warmtenet Zuid-Limburg ad € 0,1 mln.;
- Investeringskrediet aanpak Allee Limbricht ad € 1,4 mln.;
- Investeringskrediet 2de fase aanpak slimme verlichting fietspaden ad € 0,15 mln.
Het beschikbaar stellen van een investeringskrediet ad € 1 mln. voor de aanpak Allee Limbricht ten laste van de investeringsruimte 2027 ad € 10 mln.
Het beschikbaar stellen van de volgende investeringskredieten ten laste van de investeringsruimte 2028 ad € 10 mln.:
- Investeringskrediet aanpak Allee Limbricht ad € 1,0 mln.
- Aanpak Biesenweg ad € 1,0 mln.
De inzet van de resterende beschikbare investeringsmiddelen ad € 34,2 mln. (periode 2026 tot en met 2029), in afwachting van afzonderlijke raadsvoorstellen, te oormerken voor de ontwikkelingen met betrekking tot:
- Het Warmtenet Zuid-Limburg
- Huisvesting Toon Hermans Theater
- De gemeenschapsaccommodatie het Plenkhoes
- ESCS-locatie
- Het Anker
- Mobiliteitsproject (aanpak slimme fietsverlichting)
Structureel begrotingsevenwicht
Naast het realiseren van sluitende jaarschijven moeten we op basis van onze eigen uitgangspunten en de eisen vanuit het provinciaal toezicht onze begroting en meerjarenraming ook structureel in evenwicht hebben. Dit betekent dat de structurele baten voldoende moeten zijn om onze structurele lasten te dekken. In de begrotingscirculaire 2026 heeft de provinciaal toezichthouder aangegeven dat om voor repressief begrotingstoezicht in aanmerking te komen, de begroting 2026, of de meerjarenraming uiterlijk in 2029, structureel en reëel moet sluiten.
Onderstaand brengen we op basis van de actuele begrotingssaldi de ontwikkeling van de structurele begrotingssaldi in beeld. Om het structureel saldo te berekenen worden de incidentele posten uit het begrotingssaldo geëlimineerd. Dit betekent dat we de incidentele baten negatief respectievelijk de incidentele lasten positief op het begrotingssaldo corrigeren.
Tabel - structureel begrotingsevenwicht o.b.v. actualisatie begrotingssaldi
| Structurele begrotingssaldibedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
Saldo baten en lasten, exclusief mutaties in reserves |
-12.066 |
-3.478 |
919 |
966 |
|
Toevoeging en onttrekkingen aan reserves |
12.389 |
7.558 |
-44 |
-846 |
|
Begrotingssaldo voor bestemming |
323 |
4.080 |
875 |
120 |
|
Correctie incidentele posten |
|
|
|
|
|
- incidentele lasten (positieve correctie) |
20.213 |
10.793 |
5.045 |
4.792 |
|
- incidentele baten (negatieve correctie) |
-17.344 |
-12.801 |
-5.231 |
-4.429 |
|
Saldo correctie incidentele baten en lasten |
2.869 |
-2.008 |
-186 |
363 |
|
Structurele begrotingssaldi |
3.192 |
2.072 |
689 |
483 |
In bovenstaande tabel is de ontwikkeling van de begrotingssaldi (voor bestemming) én de structurele begrotingssaldi in beeld gebracht. De bijstellingen in het begrotingsbeeld door autonome ontwikkelingen en beleidskeuzes hebben we eerder in hoofdstuk toegelicht. De belangrijkste incidentele baten en lasten in deze begroting hebben betrekking op:
- De incidentele lasten met betrekking tot de speerpunten uit de uitvoeringsagenda 2024-2026;
- De dekking van de uitvoeringsagenda 2024-2026 met de inzet van incidentele middelen (algemene reserve);
- De toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.
Na correctie van de incidentele baten en lasten blijkt dat in onze begroting tot en met 2029 structureel begrotingsevenwicht is geborgd. Voor een gedetailleerde specificatie van de incidentele baten en lasten verwijzen wij naar paragraaf “Overzicht incidentele baten en lasten”. In paragraaf “Structureel evenwicht” is de opbouw van de begrotingssaldi per programma weergegeven.
Samenvatting begrotingsbeeld
In onderstaande tabel zijn zowel de reguliere als de structurele begrotingssaldi samengevat:
| Ontwikkeling begrotingsbeeld bedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
Begrotingssaldi |
323 |
4.080 |
875 |
120 |
|
Structurele begrotingssaldi |
3.192 |
2.072 |
689 |
483 |
Uit de actualisatie van het begrotingsbeeld blijkt dat onze (structurele) begrotingssaldi in de begroting 2026 en meerjarenraming 2027-2029 voordelig zijn. De landelijke trend van het doorgeschoven ravijnjaar leidt in ons geactualiseerd begrotingsbeeld nu niet tot tekorten, waardoor er nu geen urgentie is om ombuigingsmaatregelen voor te bereiden. Door de afname van de voordelige (structurele) begrotingssaldi in de meerjarenraming plaatsen wij wel een aantal kanttekeningen:
- Het risicoprofiel ten aanzien van nieuwe effecten van loon- en prijsontwikkeling (LPO) in de lopende projectenportefeuille, komen ten laste van de begroting komen. Het krediet prijsstijgingen grote projecten is immers volledig ingezet.
- Met de uitvoeringsagenda 2024-2026 (‘speerpunten’) hebben we specifieke activiteiten op een aantal beleidsterreinen aangejaagd, geïntensiveerd dan wel van een impuls voorzien. Hieraan zijn evaluatiemomenten gekoppeld. Bij een positieve evaluatie kunnen deze activiteiten worden voortgezet. Deze continuering maakt onderdeel uit van de integrale afweging van de beschikbare begrotingsruimte.
- Uit het verloop van de stelpost inflatie blijkt dat de gereserveerde middelen niet toereikend zijn om de effecten van LPO op onze begroting op te kunnen vangen. Reden hiervoor is dat de compensatie die wij van het Rijk via de circulaires ontvangen, gebaseerd is op lagere inflatiepercentages dan waar wij in de uitvoering van onze begroting mee geconfronteerd worden. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de verwerking van de CAO, de beheerplannen IPOR en de onderdelen van het sociaal domein. Aanvulling van de middelen in 2026 en 2027 is noodzakelijk om de tekorten op te kunnen lossen én ruimte te hebben om nieuw effecten van LPO op te kunnen vangen ;
- Houdbaarheid van het sociaal domein, waarbij er zowel bij de Wmo en Jeugdzorg naar verwachting sprake is van volumegroei (o.a. door toenemende vergrijzing en armoede) en inflatie, terwijl er sprake is van onvoldoende rijkscompensatie;
- Ontwikkelingen binnen het fysieke domein met onder andere de vervanging en verduurzaming van maatschappelijk vastgoed (o.a. scholen, gemeenschapshuizen en sportaccommodaties) en vervanging van civiele infrastructuur, waarbij de jaarlijkse kostenstijging hoger is dan de gemiddelde inflatie (compensatie via het gemeentefonds).
Aan de hand van de P&C-cyclus volgen wij de actuele ontwikkelingen op de voet. Op basis van de betekenis hiervan voor ons begrotingsbeeld en de financiële positie doen wij waar nodig tijdig voorstellen om bij te sturen.
In voorliggende begroting hebben we financiële ruimte gecreëerd, zowel op het gebied van exploitatie als investeringen, om invulling te kunnen geven aan nieuwe voorstellen. De daadwerkelijke inzet van deze middelen vindt plaats aan de hand van een integrale afweging respectievelijke op basis van afzonderlijke raadsbesluiten. Passend binnen de financiële kaders en personele kaders (borging uitvoeringskracht).
Tegelijkertijd streven wij een solide financieel beleid na, resulterend in een structureel sluitende begroting en meerjarenraming. Gezien bovenstaande kanttekeningen stellen wij voor de voordelige begrotingssaldi vooralsnog beschikbaar te houden. Dit met het doel toekomstige nadelige ontwikkelingen op te kunnen vangen, zonder dat hier afzonderlijke maatregelen (ombuigingen) voor nodig zijn. Passend binnen de uitvoeringsprincipes verwerken we vaststaande ontwikkelingen wanneer ze zich voordoen. Overige ontwikkelingen koppelen we aan integrale afwegingsmomenten bij de voorbereiding van de kadernota/-brief en begroting.
Beslispunt:
De voordelige begrotingssaldi in de jaarschijven 2026 tot en met 2029 aan te houden in afwachting van de ontwikkeling van het Rijksbeleid met betrekking tot gemeentefinanciën en het risicoprofiel binnen onze begroting.
Weerstandsvermogen
Voor een goed inzicht in onze financiële positie kijken we naast de ontwikkeling van het begrotingsbeeld naar onze financiële weerbaarheid. Hierbij gaat het over de mate waarin wij in staat zijn financiële risico’s op te vangen. Dit komt tot uitdrukking in ons weerstandsvermogen. Dit weerstandsvermogen geeft aan over hoeveel incidentele middelen we beschikken om risico’s en/of onvoorziene tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat de uitvoering van de begroting in het gedrang komt. In de kadernota weerstandsvermogen en risicobeheersing hebben wij de kaders voor de minimale omvang van ons weerstandsvermogen vastgelegd. Het gaat dan over de algemene reserve en de algemene reserve risicobeheersing. In onderstaande tabel hebben we de toepassing van deze kaders voor beide reserves inzichtelijk gemaakt.
Algemene reserve risicobeheersing
In de algemene reserve risicobeheersing dekken wij ons risicoprofiel af. Dit doen we op basis van onderstaande spelregels uit de kadernota weerstandsvermogen en risicobeheersing.
- De dekkingsgraad weerstandsvermogen bedraagt 100% (1,0);I
- n deze reserve vindt 100% risicoafdekking plaats. Het risicoprofiel is gebaseerd op het totaal van de gekwantificeerde risico’s en het restrisico. Het restrisico wordt gebaseerd op 1% van het begrotingstotaal;
- Overschotten/ tekorten in deze reserve verrekenen we met de algemene reserve.
Tabel opbouw algemene reserve risicobeheersing
| Opbouw algemene reserve risicobeheersing |
|
|---|---|
|
Kwantificeerbare risico's |
9.040 |
|
Genormeerd risicoprofiel - restrisico 1% van het begrotingstotaal |
4.500 |
|
Benodigd in algemene reserve risicobeheersing |
13.540 |
|
Algemene reserve risicobeheersing (jaarrekening 2024) |
17.410 |
|
Verrekening met de algemene reserve (surplus) |
3.870 |
|
Weerstandscapaciteit na aanvulling |
100% |
In bovenstaande tabel zijn de financiële gevolgen van de actualisatie van ons risicoprofiel voor de algemene reserve risicobeheersing in beeld gebracht. Het geactualiseerd risicoprofiel voor individueel kwantificeerbare risico’s bedraagt € 9,0 mln. Hierin zijn onder andere risico’s op het gebied van ontwikkellocaties, aandeel macrobudget BUIG, verzilveringspercentage Wmo en waardering aandelen Mijnstreek Warmte betrokken.
Op basis van dit profiel en een 100% dekkingsgraad blijkt dat we in 2025 een overschot hebben in de algemene reserve risicobeheersing van € 3,9 mln. Het lager gekwantificeerde risicoprofiel komt onder andere door de realisatie van de ombuiging ESCS-locatie en een lagere kwantificering van het risico toenemende kosten jeugdzorg. Via de besluitvorming over deze begroting stellen wij voor dit overschot toe te voegen aan (het surplus van) de algemene reserve. Na deze verwerking is het geactualiseerd risicoprofiel exact 100% afgedekt in de algemene reserve risicobeheersing. Voor een gedetailleerde toelichting op bovenstaande tabel verwijzen wij naar paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Beslispunt:
Het overschot in de algemene reserve risicobeheersing ad € 3,9 mln. toe te voegen aan het surplus van de algemene reserve, waardoor het geactualiseerd risicoprofiel volledig (100%) wordt afgedekt.
Algemene reserve
In de kadernota weerstandsvermogen en risicobeheersing is de ondergrens van de algemene reserve bepaald op 2% van het begrotingstotaal. In onderstaande tabel geven wij inzicht in het verloop van de algemene reserve.
Tabel Opbouw algemene reserve
| Opbouw algemene reserve Bedragen x € 1.000 | 31-12-2025 | 31-12-2026 | 31-12-2027 | 31-12-2028 | 31-12-2029 |
|---|---|---|---|---|---|
|
Omvang algemene reserve |
34.450 |
27.281 |
21.266 |
20.706 |
20.146 |
|
Bestemmingen |
-4.018 |
-8.169 |
-7.015 |
-1.560 |
-1.560 |
|
Ondergrens (2% van het begrotingstotaal) |
-9.000 |
-9.000 |
-9.000 |
-9.000 |
-9.000 |
|
Surplus in algemene reserve |
21.432 |
10.112 |
5.251 |
10.146 |
9.586 |
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het begroot saldo van de algemene reserve eind 2025 € 34,5 mln. bedraagt en vervolgens afneemt tot een bedrag van € 20,1 mln. in 2029. Deze daling is het gevolg van de besluitvorming over de dekking van de uitvoeringsagenda bestuursperiode 2025-2027 (begroting 2024). Hierbij hebben we met de inzet van incidentele middelen tijdelijk impulsen geven aan een aantal activiteiten/ speerpunten.
In de omvang van de algemene reserve in 2025 is rekening gehouden met de aanvulling van het overschot uit de algemene reserve risicobeheersing van € 3,9 mln. Na inzet voor een aantal specifieke bestemmingen en rekening houdend met de ondergrens resulteert het surplus in de algemene reserve. De specifieke bestemmingen zijn gebaseerd op eerdere raadsbesluiten. Het betreft met name de eerder genoemde incidentele dekking van de uitvoeringsagenda bestuursperiode 2024-2027. Daarnaast maakt het voorstel om in de periode 2026-2029 jaarlijks € 1 mln. beschikbaar te stellen voor cofinanciering van het Volkshuisvestingsfonds hier deel van uit. Het surplus neemt af van € 21,4 mln. in 2025 tot een bedrag van € 9,6 mln. in 2029. Wij benadrukken dat het surplus een incidenteel karakter heeft. De toename van de algemene reserve en het surplus in het bijzonder draagt bij aan het versterken van onze financiële positie respectievelijk aan de ontwikkeling van onze financiële kengetallen.
IBOR- investeringen
Binnen het investeringsprogramma maken we onderscheid in vervangingsinvesteringen IBOR en investeringen in nieuw beleid. De investeringen in nieuwe beleid hebben een plek gekregen in de uitvoeringsagenda bestuursperiode 2024-2026 (begroting 2024). Daarnaast stellen we in deze begroting voor jaarlijks € 10 mln. beschikbaar te stellen voor nieuwe investeringsvoorstellen. Hierop zijn we eerder in dit hoofdstuk ingegaan.
Op basis van eerdere besluitvorming is jaarlijks een investeringsbudget voor reguliere Ibor-vervangingen beschikbaar van € 16,4 mln. Dit jaarlijks investeringsbedrag wordt bijgesteld voor het effect van prijsstijgingen. Dit effect wordt binnen de bestaande begroting opgevangen en bedraagt in 2026 € 0,4 mln. Daarnaast wordt bij de actualisatie van het begrotingssaldo voorgesteld het jaarlijks investeringsbudget met € 2 mln. te verhogen. Zie hiervoor de toelichting bij voorstel 13.2 uit de tabel ‘Vaststaande ontwikkelingen’.
| Samenvatting vervangingsinvesteringenBedragen x € 1.000 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
|
Begroting 2025 |
|
|||||
|
Vervangingsinvesteringen IBOR regulier |
16.500 |
16.400 |
15.100 |
15.100 |
15.100 |
78.200 |
|
Begroting 2026 |
||||||
|
inflatie / prijsstijgingen |
|
400 |
400 |
400 |
400 |
1.600 |
|
Verhogen vervangingsinvesteringen (zie voorstel 13.2 tabel vaststaande ontwikkelingen) |
|
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
8.000 |
|
Totaal beschikbaar |
16.500 |
18.800 |
17.500 |
17.500 |
17.500 |
87.800 |
Voor een verdere toelichting op de IBOR-vervangingsinvesteringen verwijzen wij naar de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen.
Beslispunt:
Het beschikbaar stellen van een krediet voor vervangingsinvesteringen Ibor in 2026 van € 18,8 mln.
Kredietvoteringen
In deze begroting stellen we voor de volgende kredieten beschikbaar te stellen:
| Tabel Kredietvoteringenbedragen x € 1.000 |
|
|
|
|---|---|---|---|
|
Investering |
Programma |
Dekking kapitaallasten |
Investeringsbedragen |
|
Ontsluiting Absbroek |
Verkeer, vervoer en waterstaat |
Ten laste van de algemene middelen |
3.800 |
|
Vloercoating parkeergarages |
Verkeer, vervoer en waterstaat |
Ten laste van de algemene middelen |
7.812 |
|
Proeftuin Zeeheldenbuurt |
Verkeer, vervoer en waterstaat |
Binnen de bestaande begroting |
550 |
|
Totaal investeringskredieten |
|
|
12.162 |
In deze begroting stellen we voor een drie investeringskredieten beschikbaar te stellen voor een totaalbedrag van afgerond € 12,2 mln. De kapitaallasten van de kredietvoteringen Ontsluiting Absbroek en Vloercoating parkeergarages hebben we meegenomen in de actualisatie van de begrotingssaldi . Het krediet Proeftuin Zeeheldenbuurt maakt onderdeel uit van het Investeringsprogramma 2021-2024. De kapitaallasten hiervan zijn gedekt binnen de bestaande begroting. Voor een gedetailleerdere toelichting op bovenstaande voorstellen tot kredietvotering verwijzen wij naar het betreffende programma in het hoofdstuk programmaplan.
Beslispunt:
Het beschikbaar stellen van een krediet voor:
- Ontsluiting Absbroek ad € 3,8 mln. en de kapitaallasten te dekken ten laste van de algemene middelen;
- Vloercoating parkeergarages ad € 7,8 mln. en de kapitaallasten te dekken ten laste van de algemene middelen;
- Proeftuin Zeeheldenbuurt ad € 0,6 mln. en de kapitaallasten te dekken binnen de bestaande begroting.
Specifieke begrotingsposten
Stelpost inflatie
Via de P&C-cyclus volgen wij de invloed van loon- en prijsstijgingen op onze begroting. In onze begroting hebben wij middelen, die wij hiervoor via de circulaires hebben ontvangen, gereserveerd om de effecten van deze loon- en prijsstijgingen op te kunnen vangen. Deze middelen zijn gereserveerd op de stelpost inflatie. In onderstaande tabel brengen wij de inzet van deze stelpost in beeld.
| Tabel verloop stelpost inflatie bedragen x €1.000 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | Begroting 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
Inzet stelpost inflatie |
||||
|
Beschikbaar: |
||||
|
Beschikbaar o.b.v. de actuele begroting 2025 |
7.177 |
11.901 |
19.903 |
19.903 |
|
Meicirculaire 2025 |
3.606 |
4.539 |
4.755 |
13.124 |
|
Beschikbaar resultaatbestemming jaarstukken 2024 |
||||
|
Totaal beschikbaar |
10.783 |
16.440 |
24.658 |
33.027 |
|
Inzet: |
||||
|
Inzet 1ste rapportage 2025 |
4.160 |
4.154 |
4.151 |
4.151 |
|
Inzet begroting 2026 |
11.603 |
13.707 |
13.864 |
13.881 |
|
Totaal inzet |
15.763 |
17.861 |
18.015 |
18.032 |
|
Saldo stelpost inflatie |
-4.980 |
-1.421 |
6.643 |
14.995 |
Uit bovenstaande tabel blijkt dat in 2026 een bedrag van € 10,8 mln. beschikbaar is om de gevolgen van loon- en prijsontwikkelingen op te kunnen vangen. Dit loopt op tot een bedrag van ruim € 33 mln in 2029.
Via de P&C-cyclus worden voorstellen gedaan om effecten van loon- en prijsontwikkeling (LPO) op onze begroting uit de gereserveerde middelen te dekken. Na de verwerking van de effecten uit de 1ste rapportage 2025 wordt in de begroting een aantal voorstellen gedaan om een beroep te doen op de gereserveerde middelen. In 2026 gaat het over een bedrag van € 11,6 mln. In onderstaande tabel is aangegeven, welke posten het betreft.
| Tabel Inzet stelpost inflatie bedragen x €1.000 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | Begroting 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
aanbesteding accountantsdiensten 2025-2028 |
121 |
126 |
132 |
132 |
|
reservering CAO 2025-2027 |
5.600 |
7.700 |
7.700 |
7.700 |
|
gemeenschappelijke regelingen |
425 |
425 |
425 |
425 |
|
contracten ICT |
92 |
92 |
92 |
92 |
|
indexering centrale P-budgetten |
188 |
188 |
188 |
188 |
|
correctie vervallen taakstelling MO |
180 |
180 |
180 |
180 |
|
financieel pakket |
158 |
158 |
308 |
308 |
|
ibor beheerplannen investeringen |
363 |
363 |
363 |
363 |
|
Ibor beheerplannen exploitatie |
2.200 |
2.200 |
2.200 |
2.200 |
|
Vidar CAO |
||||
|
leerlingenvervoer 2025-2026 |
70 |
70 |
70 |
70 |
|
verblijf Jeugdzorg |
406 |
406 |
406 |
406 |
|
huishoudelijke ondersteuning |
607 |
607 |
607 |
607 |
|
subsidie professionele instellingen |
778 |
778 |
778 |
778 |
|
functiewaardering IPOR-Wijkbeheer |
348 |
348 |
348 |
348 |
|
Kleine verschillen (< € 50.000) |
67 |
66 |
67 |
84 |
|
Saldo inzet stelpost inflatie |
11.603 |
13.707 |
13.864 |
13.881 |
Voor een inhoudelijke toelichting op bovenstaande bijstellingen verwijzen wij u naar het programmaplan.
Na actualisatie van de inzet van de stelpost inflatie blijkt dat de claims in de jaarschijven 2026 en 2027 de beschikbare middelen fors overstijgt, resulterend in tekorten van € 5,0 mln. in 2026 en respectievelijk € 1,4 mln.in 2027. Hieruit is het effect zichtbaar dat het Rijk gemeenten onvoldoende compenseert voor de werkelijke effecten van loon- en prijsontwikkeling waarmee wij in de uitvoering van onze begroting worden geconfronteerd.
Voor het oplossen van de tekorten in deze jaarschijven stellen we voor het restant aan inflatiemiddelen in de jaarschijf 2025 toe te voegen aan de stelpost 2025. Op basis van het 2de rapportage 2025 bedraagt het saldo van de stelpost inflatie in 2025 € 5,5 mln. Aanvullend stellen we voor eventuele middelen die in toekomstige Circulaires Gemeentefonds beschikbaar worden gesteld, toe te voegen aan de stelpost inflatie 2026/ 2027
Beslispunt:
De nadelige saldi op de stelpost inflatie van € 5,0 mln. in 2026 respectievelijk € 1,4 mln. in 2027 op te lossen door:
- het toevoegen van het restant stelpost 2025 aan de stelpost 2026;
- middelen die uit toekomstige circulaires Gemeentefonds worden ontvangen hiervoor in te zetten.