Gemeentefonds
Pas volgend jaar komt er meer duidelijkheid over de toekomst van de specifieke uitkeringen (SPUKS). In het hoofdlijnenakkoord werd gemeld dat alle SPUKS zouden verdwijnen. In de miljoenen nota meldt het kabinet dat niet alle SPUKS overgeheveld gaan worden naar het gemeentefonds. Ook is niet zeker of de gemeenten 10% moeten gaan inleveren op de SPUKS. Inmiddels is gebleken dat de 10% korting uit het hoofdlijnenakkoord niet is onderbouwd en ook niet realistisch is. In nader overleg tussen het Rijk, de VNG en het Interprovinciaal Overleg (IPO) zal bij ieder van de 60 uitkeringen worden gekeken of de overheveling naar het gemeentefonds haalbaar is en ook of een korting van 10 procent realistisch is. Dat proces is naar verwachting in januari 2025 afgerond. Onze verwachting is dat er meer duidelijkheid is over de SPUKS bij de publicatie van de meicirculaire 2025.
Inmiddels heeft het ministerie van Financiën bekend gemaakt dat het volumeaccres in de septembercirculaire 2024 te laag is vastgesteld. In de decembercirculaire zal de gemeentefondsbeheerder fout corrigeren en dit zal leiden tot een structureel voordeel. Daarnaast worden de prognoses van de WOZ waarden 2024 en 2025 geactualiseerd volgens de gegevens van de Bsgw. Als blijkt dat de waardeontwikkeling afwijkt van de landelijk prognoses dan kan dit leiden tot een negatief resultaat in het verdeelmodel. De uitkomst van de algemene uitkering 2024 is pas duidelijk bij het verschijnen van de decembercirculaire. Dit kan leiden tot een grote afwijking in de jaarrekening. Als uit de decembercirculaire grote afwijking komen, dan wordt de raad uiterlijk in het eerste kwartaal 2025 hierover geïnformeerd.
Voorziening RVU (regeling voor vervroegde uittreding)
Medewerkers kunnen vanaf 1 januari 2024 deelnemen aan de RVU als zij voldoen aan de wettelijke en fiscale voorwaarden zoals opgenomen in de CAO 2023 en 2024.
De BBV schrijft voor dat er een voorziening getroffen dient te worden voor de financiële verplichtingen voortvloeiende op basis van getekende RVU regelingen.
Zodoende nemen we in deze rapportage een beslispunt op voor de vorming van deze nieuwe voorziening RVU en zullen we bij de jaarrekening 2024 op basis van de getekende RVU-overeenkomsten en bijbehorende financiële verplichtingen een storting doen.
Aanpassing omslagrente
De omslagrente heeft betrekking op de interne verrekening van rentelasten binnen onze begroting en heeft geen invloed op het begrotingssaldo. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat in jaarrekening een berekening gemaakt moet worden van de rentetoerekening (omslagrente). Er wordt dan een vergelijking gemaakt tussen de werkelijke rentekosten -/- de werkelijke rente-inkomsten en de rentelasten die op basis van de voorgecalculeerde renteomslag aan de taakvelden zijn toegerekend. Indien bij de jaarrekening blijkt dat de afwijking tussen deze bedragen groter is dan 25% wordt een correctie van de toerekening verplicht gesteld.
Vanwege de voordelen in de rente-inkomsten over 2024 is bij het opstellen van de 3de rapportage een proefberekening gemaakt, hieruit bleek dat met de voorgecalculeerde omslagrente van 2% een correctie nodig zal zijn bij de jaarrekening. Daarom stellen we voor deze omslagrente aan te passen naar 1,6% om de anders noodzakelijke correctie bij de jaarrekening te voorkomen.