Ga naar de inhoud van deze pagina.
2025 - 2e Programmarapportage Versie 1.5 Prorap 2 2025 2025-11-11

Warmtenet Zuid-Limburg

Tien Zuid-Limburgse gemeenten onderzoeken samen met de Provincie Limburg en Enpuls Warmte Infra (Enexis Groep) de mogelijkheid om een warmtenet in Zuid-Limburg aan te leggen. Het doel hiervan is om tienduizenden woningen en gebouwen in Zuid-Limburg betaalbaar en duurzaam te verwarmen met de restwarmte van industriepark Chemelot. Warmtenet Zuid-Limburg is een project dat op grote schaal kan bijdragen aan de klimaatdoelstellingen, de betaalbaarheid van de warmtevoorziening in Zuid-Limburg en aan een duurzamere toekomst voor de regio.

Momenteel loopt fase 3 van dit onderzoek waarbij het warmtenet wordt uitgewerkt voor het Proof of Concept (PoC) gebied Zuid Geleen (circa 4.000 woningen). Uiteindelijk resultaat van fase 3 is een investeringsvoorstel eind van dit jaar.

Het doel is te komen tot een op hoofdlijnen uitgewerkte businesscase voor Zuid Geleen. Deze businesscase moet zowel financieel haalbaar zijn als maatschappelijk rendement opleveren. Daarbij wordt specifiek gekeken naar een aanbod dat aantrekkelijk is voor particuliere kleinverbruikers. De gemeente Sittard-Geleen neemt hierin een regierol en stelt hiervoor het Warmte Uitvoeringsplan op. Dit plan vormt de basis voor de communicatie en besluitvorming rondom de aansluiting van particuliere kleinverbruikers op het warmtenet.

Bronzekerheid (restwarmte Chemelot) is een belangrijk aandachtspunt voor WZL. Industriële restwarmtebronnen kunnen slechts voor beperkte duur zekerheid bieden. Voor restwarmtebronnen is SABIC, Olefins 4 de beoogde hoofdbron van WZL. Daarnaast worden ook andere industriële restwarmtebronnen op industriepark Chemelot en daarbuiten onderzocht. Verder wordt momenteel ook onderzocht welke andere bronnen met een langere leveringszekerheid onder de huidige omstandigheden (financieel en technisch) haalbaar zijn.

Er is een eerste ontwerp gemaakt voor het warmtesysteem. Het netwerk loopt van industriepark Chemelot via een warmtehub naar het transport- en distributienet. De warmtehub bevat een piek- en back-upvoorziening. Het distributienet levert hiermee warmte aan gebouwen in Zuid Geleen (PoC A en B). Dit ontwerp vormt de basis voor de eerste businesscase.

Belangrijk voor de haalbaarheid is dat enkele van de meest cruciale risico’s (naast het bronrisico) die momenteel zijn geïdentificeerd, worden gemitigeerd, dit zijn:

  1. De onzekerheid over de inwerkingtreding van de Wet collectieve warmte (Wcw) en de impact op het project.
  2. De rendementseisen van financiers in relatie tot de uitkomsten van de businesscase.
  3. Het aantrekken van voldoende financiering voor de ontwikkeling van het warmtenet.
  4. Het verkrijgen van de noodzakelijke vergunningen voor de realisatie en aanleg.

Voor elk van deze risico’s worden passende beheersmaatregelen en mitigerende acties uitgewerkt om de voortgang en haalbaarheid van het project te waarborgen. Om de haalbaarheid van de businesscase voor het warmtebedrijf te vergroten worden de investerings- en exploitatiesubsidies en fiscale voordelen geïnventariseerd:

Er is een eerste businesscase (hierna: BuCa) opgesteld. Deze is gebaseerd op het huidige ontwerp van het warmtenet, waarbij geraamde investeringen een afwijking kunnen hebben van ± 40%. Ook is de BuCa gebaseerd op aannames die gedurende het ontwikkeltraject verder worden ingevuld en aangescherpt. Uitgangspunt is dat de BuCa sluitend is tegen een redelijk rendement, waarbij risico’s voldoende zijn gemitigeerd. Op dit moment komt uit de businesscase een zogenoemde onrendabele top. Als mitigerende acties wordt momenteel onderzocht met welke subsidies of andere mogelijkheden deze onrendabele top kan worden weggewerkt. Met het opstellen van de BuCa is duidelijk geworden dat het een uitdaging is om een rendabel warmtenet te realiseren. Gedurende de huidige ontwikkelfase wordt de businesscase meermaals verfijnd. Als gevolg van verdere uitwerking van het ontwerp en verminderde onzekerheden is het verwachtte rendement in de afgelopen periode toegenomen. In de komende periode zal de BuCa verder uitgewerkt worden om een duidelijker beeld te krijgen op de financiële resultaten van WZL, inclusief de effecten van geïnventariseerde subsidies.

Inmiddels is de concept aandeelhouderstructuur voor het op te richten warmtebedrijf richtinggevend vastgesteld. In deze structuur wordt uitgegaan van een Regionaal Warmte Bedrijf (RWB), waar op termijn meerdere warmtenetprojecten, waaronder WZL, in ondergebracht kunnen worden. Voor dit RWB worden drie aandeelhouders voorzien; Energie Beheer Nederland (EBN), Enpuls en een nog op te richten gezamenlijk B.V. van overheden. In deze “overheids-BV” kunnen gemeenten en provincie toetreden. Gemeenten zullen pas toetreden als aandeelhouder wanneer het warmtenet ook in de betreffende gemeente gerealiseerd gaat worden. Om de deelname van EBN te formaliseren is met het Ministerie van KGG een intentieovereenkomst ondertekend. Daarnaast is WZL opgenomen in de koplopersgroep van EBN.

Provincie Limburg heeft WZL voorgedragen voor het verkrijgen van nMIEK status. De ambtelijke beoordeling tot op heden is positief en een besluit van de Minister wordt verwacht in november dit jaar.

Doorkijk Fase 3 (komende maanden)

Aanvullend aan de bovenstaande punten wordt er de komende maanden (tot aan de zomer) gewerkt aan:

  • verdere uitwerking van de bronnenstrategie;
  • verdere uitwerking van het ontwerp van het warmtenet en warmteoverdrachtstations(s);
  • uitwerken van het aanbod voor klanten (warmteafnemers);
  • verdieping van de businesscase en financieringsmogelijkheden;
  • opstellen van een warmte-uitvoeringsplan in het PoC-gebied (Zuid Geleen), waarvan WZL een onderdeel is (inclusief bijbehorende communicatie en participatie);
  • uitwerken van een Raadsvoorstel t.b.v. besluitvorming over een vervolgfase waarmee een definitief investeringsbesluit wordt opgesteld. Om het behaalde momentum te kunnen behouden wordt gestreefd naar behandeling van het Raadsvoorstel voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2026.