Sociale Basis
Niet van toepassing
Onderwijs en Jeugd
Niet van toepassing
Gezondheidspreventie
Niet van toepassing
Participatie en Bestaanszekerheid
Niet van toepassing
WMO
Hogere verzilvering afgegeven zorgtoewijzingen Wmo huishoudelijke hulp
De aantallen meldingen voor huishoudelijke ondersteuning is toegenomen, zo blijkt uit de historische gegevens (de maximale verplichtingen versus realisatie) van 2021, 2022, 2023 en 2024. En de begrote verzilveringspercentages nemen over deze jaren ook toe, omdat de zorgaanbieders inzetten op het wegwerken van de wachtlijsten. Op basis van de maximale verplichting 2025, rekening houdend met de trend uit 2022-2024, verwachten we dat de kosten ‘Wmo-huishoudelijke ondersteuning’ ook in 2025 zal stijgen naar ± € 16,6 miljoen. Via de monitoring wordt periodiek het verzilveringspercentage (betreft percentueel: gedeclareerde zorg/beschikte zorg) berekend en op basis van de uitkomsten wordt bepaald of dit risico gerealiseerd gaat worden.
Daarnaast zijn de onderhandelingen van CAO VVT recent afgerond. Tijdens de onderhandelingen over de CAO zijn de volgende afspraken gemaakt:
- Een loonsverhoging van totaal 7,5% (in twee stappen: 4% op 1 juli 2025 en 3,5% op 1 juli 2026).
- De reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer gaat omhoog naar €0,19 in 2025 (en naar €0,21 in 2026).
Als gevolg van deze ontwikkeling zullen de kosten voor de Wmo huishoudelijke hulp, bij een gelijk blijvend volume, toenemen in 2025 en 2026.
Jeugdwet
Bedrijfsvoeringsprobleem aanbieders jeugdzorg
De gemeenten in de Limburgse jeugdregio’s zien zich door de problemen bij XONAR, de Mutsaersstichting en mogelijk ook andere aanbieders geconfronteerd met een breder probleem dat individuele jeugdzorgaanbieders overstijgt en daarmee ook de aanpak volgens het draaiboek continuïteit jeugdhulp. Dit richt zich immers op de oplossing van knelpunten bij individuele zorgaanbieders.
De gemeenten maken zich grote zorgen over de consequenties voor de inrichting van het zorglandschap. In de specifieke context van grote delen van Limburg speelt daarnaast dat er nauwelijks of geen gebruik kan worden gemaakt van het zorgaanbod in de aangrenzende regio’s vanwege de geografische begrenzing.
De jeugdzorgaanbieders zijn onafhankelijk en hebben vrijheid in het nemen van bedrijfsmatige beslissingen. Als deze beslissingen mede leiden tot de continuïteitsproblemen, zoals wij nu zien bij XONAR en Mutsaersstichting, dan wordt de jeugdregio gevraagd financieel bij te springen als het gaat om een aanbieder die cruciale jeugdhulp biedt. Zeker voor de jeugdregio’s in Limburg geldt dat door de geografische ligging de mogelijkheid van het inzetten van andere aanbieders, op korte termijn, beperkt is. Er is daardoor een ongelijk speelveld tussen aanbieders en jeugdregio’s.
De gemeenteraden in Zuid-Limburg hebben onlangs € 8 mln. financiële steun moeten verlenen aan XONAR. Van de gemeenteraden kan niet worden verwacht dat iedere keer als een zorgaanbieder in de problemen komt publieke middelen worden ingezet voor de financiering van een herstelplan. Wij hebben het ministerie daarom tijdens het bestuurlijk overleg laten weten dat de Zuid-Limburgse gemeenten niet (nogmaals) aangeslagen willen worden voor financiële steun aan een zorgaanbieders. Dit is mogelijk niet te voorkomen gezien het advies van de taskforce.
De Taskforce heeft in februari 2025 haar rapport ‘Taskforce Robuust zorglandschap Limburg’ uitgebracht. In de rapportage geeft de taskforce een advies over hoe kan worden toegewerkt naar een duurzaam zorglandschap voor jeugdigen in Limburg. In het rapport wordt de huidige probleemstelling en de oplossingsrichting omschreven die bestaat uit verschillende elementen waar gemeenten, aanbieders en het Rijk actie op moeten ondernemen om ervoor te zorgen dat de huidige situatie zich niet nogmaals (en mogelijk ook op andere plekken in het land) voordoet. In deze oplossingsrichting zijn veel acties benoemd en toebedeeld aan de gemeenten en regio’s. In 2025 worden de volgende acties opgepakt door de gemeenten en de zorgaanbieders:
- Ontwikkelen van een gelijke visie op de inrichting van het zorglandschap;
- Uitwerken van een governance en samenwerkingsstructuur;
- Voorbereiden van een uniforme inkoop en contractering.