Begrotingsruimte
Bij het onderdeel ‘samenvatting begrotingsaanpassingen’ hebben wij de bijstellingen uit deze rapportage in beeld gebracht die van invloed zijn op het begrotingssaldo. In onderstaande tabel hebben wij, rekening houdend met deze begrotingsaanpassingen, de ontwikkeling van de begrotingssaldi in de begroting 2024 en de meerjarenraming 2025-2027 op een rij gezet.
|
bedragen x € 1.000 Ontwikkeling begrotingsruimte |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
|
Actuele begrotingssaldi vertreksituatie |
-212 |
1.151 |
115 |
3.835 |
|
resultaat 1e rapportage 2024 |
-1.072 |
-1.033 |
-999 |
-1.061 |
|
Actualisatie begrotingssaldi na 1e rapportage 2024 |
-1.284 |
118 |
-884 |
2.774 |
We zijn de actualisatie van het begrotingsbeeld gestart met de bijgestelde begrotingssaldi op basis van de 3de rapportage 2023. Na verwerking van de besluitvorming uit dit P&C-product hebben we in 2024 een incidenteel tekort van € 0,2 mln. Vanaf 2025 hebben we voordelige begrotingssaldi.
Zoals eerder aangegeven, is het resultaat uit deze 1ste rapportage structureel nadelig. Na verwerking van de bijstellingen uit deze rapportage hebben we in de jaarschijven 2024 en 2026 nadelige begrotingssaldi van € 1,3 mln. respectievelijk € 0,9 mln. In 2025 en 2027 hebben we voordelige begrotingssaldi van € 0,1 mln. respectievelijk € 2,8 mln.
Structureel begrotingsevenwicht
Naast de ontwikkeling van onze begrotingssaldi is de ontwikkeling van de structurele begrotingssaldi een belangrijke parameter voor de beoordeling van onze financiële positie. Structureel begrotingsevenwicht is bovendien een randvoorwaarde om in aanmerking te komen voor repressief begrotingstoezicht. In onderstaande tabel presenteren wij de laatste stand, gebaseerd op de septembercirculaire 2023, van ons structureel en reëel begrotingsevenwicht.
|
bedragen x € 1.000 Ontwikkeling structureel begrotingsevenwicht |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
|
Structurele begrotingssaldi begroting 2024 |
497 |
9.081 |
-3.501 |
-5.217 |
|
Resultaat septembercirculaire 2023 |
237 |
295 |
211 |
4.084 |
|
Structurele begrotingssaldi inclusief verwerking septembercirculaire |
734 |
9.376 |
-3.290 |
-1.133 |
Uit het overzicht blijkt dat wij vanaf 2026, het bekende ravijnjaar, te maken hebben met structurele tekorten in onze begroting. In de voorbereiding van de begroting 2025 kijken we gedetailleerd naar het onderscheid in structurele en incidentele posten. Vooruitlopend hierop kunnen we concluderen dat gezien de aard van de bijstellingen in deze 1ste rapportage de structurele saldi zullen verslechteren.
In de uitwerking van de kaderbrief 2024, die gelijktijdig met deze 1ste rapportage in de raad wordt behandeld, schetsen we een aantal scenario’s om te komen tot een structureel sluitende begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2027. Hierbij rekening houdend met:
- De voorstellen van het demissionaire kabinet in de voorjaarsnota waarin vanaf 2026 door het schrappen van de opschalingskorting extra structurele middelen beschikbaar komen;
- Het VNG-advies begroting 2025-2028.
Bij de voorstellen in de voorjaarsnota van het demissionaire kabinet maken wij het voorbehoud dat dit in afhankelijk is van besluitvorming door de Tweede Kamer en verwerking in de meicirculaire 2024.
In lijn met het begrotingsadvies van de VNG zijn de jaarschijven 2024 en 2025 in onze begroting 2024 structureel sluitend. Vanaf 2026 hebben we structurele tekorten van € 3,5 mln. in 2026 en € 5,2 mln. in 2027. Na verwerking van de structurele effecten uit de septembercirculaire 2023 zijn de structurele overschotten in 2024 en 2025 toegenomen respectievelijk de structurele tekorten in 2026 en 2027 afgenomen. De tekorten bedragen € 3,3 mln in 2026 en € 1,1 mln in 2027.
Op basis van de cijfers in bovenstaande tabellen begrotingsruimte en structureel begrotingsevenwicht blijkt dat er ondanks de incidentele begrotingsruimte in de verschillende jaarschijven er geen ruimte in de meerjarenraming is om nieuwe structurele financiële verplichtingen aan te gaan. Immers vanaf 2026 is sprake van structurele tekorten. De voordelige begrotingssaldi in de verschillende jaarschijven kunnen daarom alleen worden ingezet voor incidentele dekking. In de voorbereiding van de 2de rapportage 2024/ begroting 2025 werken we op basis van de scenario’s uit kaderbrief aan sluitende jaarschijven respectievelijk structureel begrotingsevenwicht.