Langer thuis wonen
Het langer thuis wonen, wat volgt uit het rijksbeleid ‘passende zorg en ondersteuning zo thuis mogelijk’, heeft een hoger gebruik van 1) hulp in het huishouden, 2) hulpmiddelen en 3) de woonvoorzieningen tot gevolg. Het aanpassen van woning wanneer verhuizen naar een passende woning niet mogelijk is en het plaatsen van woonunits om thuis de zorg aan hulpbehoevende inwoners te kunnen leveren zal toenemen. Daarnaast signaleren we ook dat het aantal commerciële wooncomplexen voor ouderen met een Wlz indicatie is toegenomen. Zij verzilveren hun indicatie middels een Volledig Pakket Thuis of een Modulair Pakket Thuis. Dit maakt dat de Wmo verantwoordelijk is voor de hulpmiddelen en roerende woonvoorzieningen in deze complexen. Dit samen met de sterke vergrijzing (in Zuid-Limburg) en het feit dat deze in de toekomst verder toeneemt zal gevolgen hebben voor de kosten in het kader van de woningaanpassingen, roerende woonvoorzieningen en hulpmiddelen.
Wmo ondersteuning
Daarnaast staat Wmo ondersteuning in Sittard-Geleen onder druk. Enerzijds vanwege de steeds groter groeiende groep inwoners die een beroep doet op een vorm van ondersteuning. En anderzijds vanwege het feit dat de gecontracteerde partners te maken hebben met personeelstekort door ziekteverzuim, een sterk verloop van het personeel en krapte op de arbeidsmarkt. Hierdoor krijgen onze kwetsbare inwoners niet de ondersteuning die nodig is. De gemeenten, rijk en andere partijen werken samen aan de transitie ‘van beschermd wonen naar een beschermd thuis’ (commissie Dannenberg). Voor onze inwoners met psychische problemen wordt het daardoor vaker mogelijk thuis of in de eigen woonplaats te blijven wonen, met ambulante ondersteuning. Als gevolg van deze transitie zal de ambulante zorg nog meer onder druk komen te staan.
Continuïteit zorgaanbieders
Ernst & Young publiceert jaarlijks op basis van de aangeleverde jaarrekeningen over de financiële status van de zorgaanbieders. Vanuit de jaarrekeningcijfers 2022 blijkt dat verschillende jeugdzorgaanbieders een verlies hebben gerapporteerd en de gemiddelde rating van instellingen in de sector zorgwekkend zijn. Het risico bestaat dat aanbieders voor financiële steun bij ons aankloppen of in het ergste geval faillissement moeten aanvragen. Daar wij verantwoordelijk zijn voor de zorgcontinuïteit van onze cliënten is dit naast een financieel ook een inhoudelijk risico. Daar wij als regio gehouden zijn aan het betalen van reële tarieven is het gehanteerde tarief niet de oorzaak van de financiële problemen.
Hervormingsagenda Jeugd
In 2023 zijn landelijk zowel de Hervormingsplan als het Implementatieplan voor de Hervormingsagenda jeugd vastgesteld. Er zijn praktische afspraken gemaakt om aan de slag te gaan tussen 2023 en 2028. Op dit moment is er nog geen duidelijkheid over de te nemen maatregelen als gevolg van het implementatieplan Hervormingsagenda. We verwachten eind 2024/medio 2025 meer duidelijkheid te krijgen over de lokaal te nemen maatregelen. De reden daarvoor is gelegen in het feit dat uit het implementatieplan Hervormingsagenda blijkt dat er dan pas meer duidelijkheid verschaft kan worden over: de aanpassing van de Jeugdwet, de reikwijdte van de jeugdhulp en de daarmee samenhangende nieuwe financieringssystematiek. Vanwege het uitstel van de implementatie en de definitieve uitwerking van de beoogde maatregelen verwachten we in de meicirculaire 2024 een bijstelling van het financieel kader wat onder de reeds ingeboekte taakstellingen ligt. Afhankelijk van deze financiële mutaties beoordelen we de realiseerbaarheid van de taakstellingen die vanuit de hervormingsagenda worden opgelegd